Een boek over Jeruzalem. Het is zo gezegd en de drie woorden zo opgeschreven. Maar daarna wordt het toch een tikkeltje lastiger. Over weinig steden zullen zoveel (foto)boeken zijn verschenen als over Jeruzalem. Hoe kan je in hemelsnaam nog iets toevoegen aan dat stuwmeer aan boeken? In ieder geval niet nog meer van hetzelfde. Dus niet wéér een boek vol met foto’s van plekken die elke Jeruzalemganger of –geïnteresseerde onderhand wel kent: Klaagmuur, Tempelberg, Heilig Grafkerk en ga zo maar door. In al die boeken staan de plèkken centraal en zijn de mensen daaromheen bijzaak of decorstukjes.
Anat en ik besloten om de zaken om te draaien en de mensen centraal te stellen met de iconische locaties als achtergrond. Uiteindelijk zijn het de mensen die dergelijke iconen hun magie geven. Het idee was geboren om een portret te maken van deze stad en haar bewoners en bezoekers.
Nu past het woord ‘portret’ niet echt bij onze stijl van fotograferen. Een portret heeft toch vaak die zweem van geforceerdheid om zich heen hangen, tezamen met die onvermijdelijke glimlach. Dat wilden we niet. Nee, een puur portret dat recht doet aan de vele aspecten van Jeruzalem. En vervang het woord ‘aspecten’ voor ‘gezichten’ en voilá , je hebt Gezichten van Jeruzalem. De titel van ons boek.
In het eerste hoofdstuk staat de Klaagmuur centraal. Graag zijn we consequent en strict in de leer, maar toch hebben we in het boek een foto opgenomen zodat ook degene die de Klaagmuur onvoldoende kent een algemeen beeld (sic) krijgt. Maar dan wel met onze hoofdrolspelers: de mensen.
Fotograferen bij de muur is een feestje. Althans voor mij. Anat als vrouw zijnde moest haar toevlucht zoeken tot het damesgedeelte van de muur. En ook al zal de bezieling daar niet minder zijn dan bij de mannen, erg fotogeniek is het allemaal niet. Bij de mannen is dat totaal anders. Of het nu druk was of niet, bij elk bezoek fladderde ik als een zwaarlijvige balletdanser langs de muur heen en weer. Na een tijdje raakte ik gewend aan de activiteiten en ging ik meer en meer details zien. Biddende kinderen of selfies makende pelgrims pal naast iemand die intens staat te bidden.
Nu ben ik zelf doorgaans wel gecharmeerd van komische taferelen, maar hier vond ik dat wat minder. Ook al ben ik zelf dan niet gelovig, het laatste wat ik wil is een gelovige hinderen in waar hij of zij mee bezig is. Een soort van ‘fly on the, wailing, wall’. Het lijkt mij knap irritant als ik daar zou staan te bidden en iemand pal naast me staat een selfie te maken. Zeker in het begin voelde ik wel wat van gene om mensen te fotograferen die zo intens bezig zijn met hun geloof. Gelukkig zakte dat vrij snel weg en merkte ik dat ze gewend waren aan camera’s om hen heen.
Ik ben diverse keren teruggeweest naar de Klaagmuur. Menigeen zal zeggen dat je het na een uurtje wel zat bent, want er gebeurt er verder niets. Op de één of andere manier vormde die muur een soort magneet waar ik simpelweg naar toe móest en daar weg gaan was een kwestie van forceren. OK, op zich gebeurde er niets speciaals, maar er was op elk moment wel enorm veel te zíen. Zoals bij drie orthodoxe jongeren die luid stonden te bidden bij de muur. Geen fanatisme, maar mooi ingetogen. De vlechten van de voorste gingen prachtig heen en weer op het ritme van zijn gebed. Daarbij steeds een stuk zonlicht pakkend. En bij elke vlucht naar voren van de vlecht deed mijn camera haar werk. Speciaal? Nee, vast niet en hoeft ook niet, maar wel heel mooi om te zien.
Maar uiteindelijk komt het moment om de Muur, tijdelijk, vaarwel te zeggen. Niet dat ik daarna meteen mijn ogen rust kan geven. Verre van. Grenzend aan de Klaagmuur ligt de Western Wall Plaza. Het heeft de klank van één of andere shopping mall, maar dit is het grote plein voor de muur waar alles en iedereen voorbij komt. Gelovigen in snelle, korte pas en toeristen en pelgrims slingerend lopend en met nekken die soms wel 180 graden draaien om alles maar te zien. En om nou te zeggen dat dit een vervelende plek is om te zijn. Nee dus. Weer zo’n plek waar het moeilijk afscheid van nemen is. OK, nog één snelle foto dan om het af te leren (ijdele hoop!!). De Afrikaanse man staat er immers erg mooi bij, maar helaas, hij ziet de camera en een brede lach verschijnt op zijn gezicht. Een geposeerde foto is een feit. Niet voor het boek, mooi voor het blog.