Een regenachtige maandagmorgen in Spijkenisse. Zelden zal een blog zo triest zijn begonnen. Een dag die zo begint in de wetenschap dat die op een gegeven moment heel mooi zal worden. Nee, ik ben geen helderziende, maar de aankondiging van een glorieuze ochtend zat in het telefoontje een paar dagen eerder. Vlak voordat we naar Ridderkerk afzakten om de Dibond-foto’s op te halen ging de telefoon. Het was het Boekengilde, de drukker van onze boeken. Of het een probleem was of de levering maandag al kon plaatshebben. Dat was een paar dagen eerder en of dat een probleem was. Meteen kwam de voltallige hoofddirectie van Kroon en Van Maanen in spoedzitting bijeen. Met als enige agendapunt: vinden wij dit erg. En na een intensief beraad was na een paar seconden de conclusie: Geenszins.
En daar zit je dan op maandag: schone kleertjes, gepoetste schoenen en gekamde haren. Alles is zo ingesteld en opgesteld dat de koerier direct onderschept kan worden en de boeken nog voor het betreden van het erf al onderschept kunnen worden. Hierbij vergeleken zijn de Patriots, Iron Dome en elk ander afweergeschut puur kinderspel. Onze linie is waterdicht en we kunnen er blind op vertrouwen: ¡No pasaran!. Toch blijken we behoorlijk schichtig te reageren op elke beweging in de straat. En ik heb de neiging om mensen keihard aan te spreken op hun wangedrag wanneer ze een autoportier dichtslaan. Maar wellicht maak ik daar geen vrienden mee. En bij elke opklaring denken we dat een witte bestelbus eraan komt, maar dat blijkt dan weer niet zo te zijn. Rustig afwachten maar, want alles is immers onder de controle. Dit ter voorkoming van verrassin….. Oeps, wie staat daar voor de deur? De koerier!! Waar komt hij nou opeens vandaan??? Geen wagen te zien. Tijd voor uitgebreide analyse is er niet, want die boeken moeten binnengeharkt worden. Snel een onvaste krabbel ter ontvangst en de inhoud bekijken. En dan zie ik dat de bestelwagen precies in een dode hoek staat, een hoek waarvan niemand wist dat die bestond. Postume complimenten voor de onbewuste vindingrijkheid van de koerier.
En daar staan ze dan: Onze boeken. Ik pak er een schaar bij om de boel netjes en gestructureerd te openen. Maar de inpakker zat blijkbaar al in de 5 december stemming, omdat hij al zijn plakband er omheen heeft gewikkeld. Na een minuutje beschaafddoenerij storten we ons op de doos en scheuren we het karton aan flarden. Als David Attenborough dit eens kon zien! Maar ons woeste gedrag wordt wel beloond, want daar komen ze tevoorschijn. De stapel boeken van “Gezichten van Jeruzalem” (altijd zorgen de titel van het boek regelmatig te noemen) heeft zijn voorlopige eindbestemming bereikt.
Alsof het originele Dode Zeerollen zijn, zo voorzichtig pakken we de eerste boeken uit de doos. Ik weet het niet zeker, maar ongetwijfeld moet er een gelukzalige glimlach rond onze monden hebben gehangen. Het ziet er prima uit. De eerste proef van een tijdje terug was al fraai, maar nu is alles ontdaan van zijn lay outterige oneffenheden.
Dit moet met De Wereld gedeeld worden. Alles weer in de doos en mee naar de ruimte om ze op de foto te zetten. Nee, een studio is het zeker niet, omdat we totaal geen modellenfotografen zijn. Maar voor dit model maken we graag een uitzondering. Terwijl we de ruimte ontdoen van de nodige zooi wacht de doos geduldig af. En dan, keurig opgemaakt, begint de photoshoot (zo heet dat geloof ik bij modellen).
Alle vormen en kleuren moeten goed naar voren komen en de uitstraling dient ook te kloppen. Groots, mooi, dik en kleurrijk. Na een tijdje hebben we al haar uiterlijke kanten kunnen tonen. Nu is het moment om terug te gaan in de doos en te wachten op een nieuwe eigenaar. Voor slechts 35 euro kan die persoon zich eeuwig eigenaar noemen van dit boek met bijna 200 foto’s. Wat de naam van dit boek is? Even zoeken… O ja: “Gezichten van Jeruzalem”.