Het moment is dan eindelijk daar: de vergrotingen voor de expositie “Gezichten van Jeruzalem” zijn klaar. Vol hoge verwachtingen reizen we af naar Het Beeldgebouw in Ridderkerk. Hoe zien de foto’s eruit op soms wel 60 bij 90 centimeter. Behouden de foto’s hun kracht, zowel qua beeld als pixeltjes. Eenmaal binnen wachten we op wat komen gaat. En daar verschijnt Paul van Het Beeldgebouw. In zijn handen een flinke stapel vergrotingen. Voorzichtig legt hij ze neer en gaat hij een volgende stapel halen. De foto’s zijn zeer goed en veilig verpakt met papier en bubbeltjesspul. Ik probeer door het papier heen te kijken, maar ook met mijn ogen op laser-stand kan ik niet zien wat er onder zit.
Stapel 2 komt eraan. En kort daarna stapel 3. Dit begint op Pakjesavond te lijken! Dan trekt hij zijn museumhandschoentjes aan maakt hij de eerste foto’s zichtbaar. Foto’s van het kleinste formaat: 20 x 30 cm. Voorzichtig legt hij ze voor ons neer. Behouden de foto’s de detaillering? En het antwoord op die vraag is meteen: Ja, volkomen. Sterker nog, ik zie details die ik nog niet eerder had gezien. Niet eerder hebben we foto’s laten afdrukken op dibond. En wat we op dat materiaal hebben gezien waren foto’s van vredige landschappen of statige architectuur, maar niet van mensen van vlees en bloed. Maar allebei staan we met de snaveltjes open te kijken naar het resultaat. Dit zijn nog ‘maar’ de ukkies.
Dan komt de eerste serie van tussenmaat 40 x 60 cm. De Russische pelgrim in de Heilig Grafkerk en de Senegalese kruisdrager komen onder het papier vandaan. Tja, het is verrekte lastig om bij zulke emoties niet in cliché’s te vervallen, maar eigenlijk zal me dat een zorg zijn. Wat zijn de foto’s waanzinnig mooi geworden! Alles lijkt tot leven te komen op de foto’s. De intense blik in de ogen, het zweet op het voorhoofd, de kleuren van de iconen. Ademloos en sprakeloos (niets is onmogelijk, blijkt op zulke momenten) staan we te kijken. Even gauw een paar foto’s van de foto’s maken voordat ze weer achter het papier verdwijnen. Leuk als een soort van souvenir of anders geschikt voor de blog. Oh wacht, daar ben ik inmiddels achter gekomen, getuige de afbeeldingen bij dit verhaal.
En dan komen de twee grootste afdrukken: 60 x 90 cm. De eerste die verschijnt is die van de Klaagmuur met een grote groep orthodoxe joden met hun zwarte jassen en zwarte hoeden in de verzengende hitte. Nu heb ik niet echt een feilloos gevoel voor afmetingen, en ik sta dan ook versteld van de enorme omvang van de foto. En ja hoor, daar borrelt die stroom cliché’s weer naar boven. En meteen komt daar die andere reuze-afbeelding, van de Syrisch orthodoxe aartsbisschop, alom bekend inmiddels dankzij een vorige blog (https://www.verhalende-fotografie.nl/blog/2015/08/aan-de-voeten-van-de-aartsbisschop/#more-281). De verschijning van de man is imposant, alsof ik opnieuw aan zijn voeten zit, maar nu dan in Ridderkerk in plaats van die andere Kerk.
Foto na foto blijkt van een enorme schoonheid te zijn met diepe kleuren, perfecte detaillering en heel intens. Ja, we zijn meer dan blij met de keuze voor dibond. Tot voor kort nooit van gehoord en nu zijn we er idolaat van. Ik weet niet of je idolaat kan zijn van morsdood materiaal, maar ook dat zal me een zorg zijn. Zo voelt het nu eenmaal.
Ietwat verdoofd, beduusd en onder de indruk krijgen we nog een rondleiding achter de schermen van Het Beeldgebouw. Al die tijd dachten we dat ze alleen vergrotingen en dergelijke deden, maar dat blijkt een aangename misvatting. Posters, visitekaartjes, boeken, folders en noem het op: ze maken het. En daar is dan de printtafel voor dibond. De tafel waarop onze foto’s het levenslicht zagen. Even wil ik me erop werpen zoals die Russin in de Grafkerk, maar ik beheers me. Nog iets meer dan 3 weken en dan kan een ieder voor zich bepalen of bovenstaande echt zo is. Dan hangen ze te stralen in De Kristal in Rotterdam-Nesselande.
Wat een indrukwekkende foto’s. Leuk dat je erover blogt. Anders had ik ze nooit gezien…