
Uiteindelijk kunnen de moslims niets anders dan hun meerderen te erkennen in de christenen. Na een lange strijd hangt eindelijk weer de christelijke vlag aan overheidsgebouwen, huizen en kastelen. Zo eindigen elk jaar rond half oktober de feesten van de moren en de christenen. Plaats van handeling: met name de oostkust van Spanje en El Campello in het bijzonder.
Jarenlang begon rond deze tijd mijn hartje sneller te dreunen, in de wetenschap dat de 12e oktober nabij was. De dag dat de feesten echt los gaan. Ik besef dat dit nog vroeg in de blog is, maar ik moet even mijn reguliere cliché kwijt. De feesten zijn altijd een lust voor oor en oog. Alsof ik Dick Passchier hoor…. Maar dat neemt niet weg dat het cliché wel klopt. Ervan uitgaande dat u wellicht antwoord zou willen op de vraag hoe ik in de feesten verzeild ben geraakt volgt hieronder het antwoord.

In oktober begin jaren 90 ging de telefoon en tot mij sprak mijn moeder. Ze was op dat moment op een bepaald feest en ze was er volkomen lyrisch over. Na het gesprek wist ik één ding: daar moet ik volgend jaar bij zijn. Ik wist namelijk goed dat de smaak van mijn moeder vrijwel altijd samenvalt met die van mij. Zo ging dat in het verleden ook met rode wijn, knoflook, olijven en de Spaanse taal. In 1994 maakte ik mijn debuut bij de feesten, en ja, hetzelfde lyrische gevoel maakte zich van mij meester. Jajaja, daar ging mijn rationele imago, want wie raakt volkomen in extase van het naspelen van de strijd tussen de moren en christenen in Spanje? Nou, ik dus. Elk jaar stond ik met de camera (foto en/ of video) vooraan tijdens een van die feesten, die bijna vijf dagen duren.

Maar nooit wist ik alles te bezoeken en vast te leggen. En ja, u raadt het al, daar wilde ik verandering in brengen. In 2013 nam ik me voor om alles mee te maken. Met militaire precisie legde ik de dagen vast. Ik voerde een beleid van zero tolerance in. Plichtsverzuim was gedurende die dagen uit den boze. Het moest alles of niets worden. Diep onder de indruk van mijn eigen dreigementen ging ik aan de slag.

De begindagen verliepen min of meer zoals gedacht. De nachtelijke mis, de super vroege landing van de moren aan het strand, de strijd rond de toren en de processies ’s avonds. Dit was genieten met een hoofdletter G. Genieten dus. Nee, dat effect werkt niet als ik met een hoofdletter G een zin ga beginnen, dat oogt gewoon als genieten, terwijl ik dus Genieten bedoel. Jammer, weg effect. Voortaan beter over nadenken.

En dat Genieten (ah, nu werkt het wel) ging ook de tweede dag nog door. Maar toen ik ’s avonds heen en weer langs het parcours liep, merkte ik dat mijn stemming langzaam aan het veranderen was. Echt intens plezier had ik er niet in en ik begon me aan bepaalde dingen te storen. Een leider van een groep met zijn vaandel die over straat liep te paraderen, maar niet gefotografeerd wilde worden. Normaliter heb ik daar begrip voor, maar in dit geval niet. Ga dan niet de aandacht opeisen man! Maar ook andere ‘ergernisjes’. Zo worden er vanuit de groepen allerlei dingen uitgedeeld aan het publiek. Geen grootse zaken, maar meer souvenirlijke snuisterijen. En wat me in het verleden opviel zie ik nu weer: heel subtiel worden daarbij de niet-Spanjaarden overgeslagen dan wel genegeerd. Dat is nu niet echt iets waar ik goed tegen kan. Maar dat hoeft toch niet zo’n invloed te hebben op mijn humeur? Ik kan er op dat moment niet achter komen waarom de bezieling er niet is. Tegen middernacht, met een glaasje wijn aan mijn lippen en de krekels in het dal, besef ik dat ik veel te zakelijk bezig ben. Ik ben bezig met een zeer rationele missie tijdens feesten waar het alleen om gevoel gaat. Knopje dus weer om, zou je denken.

Eigenlijk verandert dat niet de volgende dagen. Ik heb alles heel strak gepland: ‘Als ik daar sta, kan ik via die steeg weer bij de groep komen, daar net weer tussenuit glippen, weer terug naar mijn plek, daar de groep opwachten en dan heb ik nog 10 minuten’. Ik moest en ik zou alles vastleggen. En waar ik altijd de sfeer op straat aanvoel was ik nu vooral bezig met het uitvoeren van een project. Ik had net zo goed een driedelig pak kunnen dragen met stropdas. Niet dat ik dat spul heb, maar zo voelde het. De regie stond voorop en ik was alleen maar aan het draven naar bepaalde locaties op bepaalde tijden.

Uiteindelijk is het allemaal gelukt en is niks langs me heengegaan, qua gebeurtenissen dan. Qua sfeer des te meer. Dit was puur Spartaans. Dat was ook goed te merken toen het laatste onderdeel voorbij was. Ik blijf dan graag altijd nog een tijdje rondhangen om wat sfeerbeelden te maken. Nu niet. Het was voorbij. Mijn camera ging uit en in de rugtas en zonder om te kijken liep ik naar de auto. Nee, dit was uiteindelijk genieten met een hele kleine g.

En de komende week zijn de feesten er dus weer. Ik ben er bijna een kwart eeuw naar toe geweest. Mis ik het? Nee, totaal niet. Het is alsof ik een overdosis heb gehad in 2013. Het is meer dan genoeg geweest. Einde verhaal.
