Walging, weerzin en onbegrip, zo heb ik altijd aangekeken tegen de Drie Dwaze Dagen in mijn chique Rotterdamse Bijenkorf. Ik heb nooit kunnen en wíllen begrijpen waarom mijn vrinden binnen de Raad van Bestuur er zo eager op waren om onze deuren drie dagen lang wijd open te zetten voor mensen voor wie de allure en de standing van ons warenhuis iets onbereikbaars was. Die onbereikbaarheid is altijd een groot goed geweest, voor iedereen
De grote Oscar Wilde had het helemaal juist toen hij zei: “All things that are, Are with more spirit chased than enjoyed.” Maar ja, met dergelijke prachtige poëzie hoef ik niet aan te komen bij de gemiddelde bezoeker van de DDD. Die heeft meer met de populistische poëzie van zogenaamd bekende Nederlanders als Marco Borsauto.
Hoe dan ook, ik was dan ook buitengewoon verheugd toen mijn Raad van Bestuur besloot de DDD vaarwel te zeggen en bij het grof vuil te deponeren. Eindelijk volop ruimte voor onze Premium Shopping Experience!! Uiteraard viel dit alles niet in goede aarde bij het gewone volk. Dat volk dat huivert van progressie, kwaliteit en standing. Voor mij was het echter dè reden om voor één keer deze dagen met een bezoek te vereren. De wetenschap dat dit de laatste keer is moet deze confrontatie voor mij draaglijk maken, hoop ik.
Bij binnenkomst geraak ik ietwat confuus. Overal een schreeuwende kleur geel; aan plafonds, rondom abjecte graaibakken en op deerniswekkende plasticen tasjes. Geel blijkt de huiskleur te zijn tijdens deze dagen. Een vloek voor het tedere oog. Hoe correct was de grote Zwitserse dichter Schiller toen hij schreef: Das Gelb ist nur Gelb und weiter nichts. Und das Nichts? Das Nichts ist nur Gelb und weiter nichts. Prachtige poëzie die vreemd genoeg door me heen schiet bij het zien van zoveel ongeletterde mensen. Zij lijken dat geel een pregnant prachtige kleur te vinden.
Na enige tijd raak ik geaccostumbreerd aan deze kleur en krijg ik meer oog voor het volk an sich. Het is buitengewoon koddig om te zien hoe sommigen hun ogen, die weinig gewend zijn, uitkijken. Ik zie bij een aantal duidelijk een enorme en terechte bewondering. Ik ervaar dat als een appreciatie voor Mijn Wereld. Ze vinden het leuk (echt zo’n woord van de gewone man) om een kijkje te nemen in Mijn Wereld, zolang het nog kan. Vele anderen lopen echter als kuddedieren door het gebouw heen. Geen oog hebbend voor de schoonheid van de architectuur of de bijzondere meubels, kledij of schoenen. Ja, schoeisel onder die gele dingen trekt de aandacht. Als gnoes op hun jaarlijkse trektocht door de vlaktes van Zuid Amerika stort men zich erop. Ik voel schaamte in me opkomen. Waar is het mis gegaan met de evolutie? Waarom hebben mensen zoals ik de route van de beschaving, verfijning en kunst gevolgd en de massa de route van de platte consumptie? Waarom gaan deze mensen niet gewoon naar hun Kreymborg, Kien Mode, Miss Etam of Mexx??? Daar laat ik me toch ook niet zien?? Confuus vervolg ik mijn tocht.
Eigenlijk had ik dankbaarheid verwacht van deze mensen. Dankbaar dat ze nog één keer kennis mogen maken met Mijn Wereld. Dat men ziet hoe het ook kan. Nee, hoe het moet. Maar geen enkele blijk van erkentelijkheid. In mijn hoofd zit nog steeds de klavecimbel muziek waar ik eerder op de dag een paar uur naar mocht luisteren. Maar deze hemelse klanken van wonderbaarlijk genot worden verdreven door de misselijkmakende klanken van de hedendaagse ‘muziek’. Straks zal ik mijn chauffeur vragen om een mooie cd van Johannes Wagner op te zetten. Als tegengif tegen dit verderf.
Ik haal diep adem om kalm te blijven en mijn natuurlijke waardigheid te behouden. Een klein beetje rust kan ik hervinden op de kerstafdeling. Vroeger maakte mijn warenhuis daar een hele happening van. Nu is het gewoon een soort van eiland nabij de dekbedden. Complimenten aan mijn vrinden om ook hier niet te bieden wat de massa wil. Edoch zijn er olijke prullaria te vinden voor in de boom. Maar ik krijg sterk de indruk dat voor deze 3 dagen er rekening is gehouden met de smalle beurs voor de kleine man en zijn vrouwtje. Kerstballen van 20 euro per stuk zijn natuurlijk angstaanjagend goedkoop. En toch zie ik niemand deze dingen aanschaffen. Ondankbare sujetten! Joop van de Vondel had gelijk toen hij schreef: “De mensch, te bros van stof, magh qualijck tegens weelde, en al te groot een lof.” Huilend van geluk vanwege deze briljante waarheid ga ik verder. Mensen kijken me aan alsof er iets mis is met mij. Nee, mensen, met mij is niks mis, maar met jullie des te meer! Ga eens een dichtbundel lezen of koop een cd met een prachtig vioolconcert van Mozart of een cd-box-set met fraaie free-style jazz op de geweldige muziekafdeling. Ach nee, dat is een impossibiliteit en die mag ik de simpele bezoeker niet euvel duiden. Deze afdeling met cultuurdragers is inmiddels opgeheven. Goed werk van mijn vrinden, want zodoende blijft de goede smaak daar waar deze congenitaal hoort: bij ons!
Meer en meer merk ik dat ik het niet lang meer zal volhouden tussen deze mensen. Ik kijk enorm uit wanneer deze dagen voorbij zijn. Het voelt als een Reconquista. Eindelijk is De Bijenkorf weer helemaal van ons. De simpelen van ziel zullen dan niet meer de drempel over komen en durven. Nu mogen ze nog even een imaginair koopje bemachtigen. En ja, ik heb ook menig charmant artikel gezien, maar ik wacht nog totdat deze producten hun normale prijsniveau hebben hervonden. Nu wil ik maar één ding en dat is om dit gedesacreerde pand zo rapide mogelijk te verlaten. Ik begeef me naar de Rotary alwaar ik later op de dag een lezing zal geven over mijn stokpaardje: Humane valorisatie. Over hoe mensen van ons (=mijn) hoge niveau erin kunnen slagen om ook mensen van lager allooi op hun waarde te schatten en te accepteren. Ik word gedreven door respect en die gedrevenheid wil ik met een ieder delen.
Eindelijk kan ik de deuren openklappen en sta ik weer buiten. Ik schrijd richting Beurs Traverse; door het volk vernederd tot Koopgoot. Beneden is het druk, met veel tasjes in nachtmerrie-geel. Van een afstand kijk ik op de mensen neer: het voelt weer vertrouwd.
Is dit de werkelijke mening van schrijver deze of is dit sarcastisch bedoeld ? Als het sarcastisch is bedoeld dan is het absoluut briljant. En zo niet…..vind ik het een misplaatst artikel.
Beste Fred. Dit is 100% sarcastisch bedoeld. De wereld door de ogen van een sneue snob ;-). De echte mening van de schrijver vind je op https://www.verhalende-fotografie.nl/blog/2015/09/de-wereld-wordt-minder-dwaas-helaas/#more-366.