Van lelijk eendje tot knuffelbeertje, zo is het Rotterdam vergaan de voorbije tijden. De laatste jaren viel al te merken dat het buitenland oog begon te krijgen voor de stad. Met de komst van het vernieuwde CS en vooral de Markthal werd de stad in de armen van de wereld genomen. Afgelopen week kwam het bericht dat Rotterdam in de top 5 staat (en zo’n formulering houdt in dat de stad de 5e positie inneemt) van de ‘top cities in the world’.
Een kwalificatie afkomstig van Lonely Planet, de grote reisgidsen boer. Groot nieuws en alle Neder-media repten erover. Media die altijd gemakshalve en gemakzuchtig keken naar Amsterdam als dè stad der steden. Mensen met goed functionerende ogen en een gezonde eigen mening wisten natuurlijk dat Rotterdam de hoofdstad al enige tijd doet verbleken. Maar ja, als buitenlandse kranten en uitgevers dat ook gaan zeggen, dan kan je er als nationaal medium niet meer om heen.
Nu moet ik wel toegeven dat ik ook lange tijd wat minnetjes dacht over Rotterdam. ‘Er is niets te zien en niets te doen’. Dat was deels gebaseerd op de toen geldende waarheid maar ook op gruwelijke vooringenomenheid. Pijnlijk hoor om een eigenschap bij mezelf vast te stellen die ik bij anderen verfoei. Tot ergens (ik hou het vaag) midden jaren 90 vond ik Rotterdam maar saai. Met de komst van de Erasmusbrug kwam daar verandering in. Een idee uit de koker van burgemeester Bram Peper, die zijn tot in de perfectie gevormde eigenzinnigheid ten positieve wist te benutten. Ondanks alle tegenwind en –werking ging Peper door en wist uiteindelijk van Rotterdam één stad te maken, van noord en zuid.
Het opperhoofd van Lonely Planet zegt: “Rotterdam barst van moderne, postmoderne en hedendaagse bouwwerken en biedt de bezoeker een variëteit aan kunst, topkwaliteit restaurants en een sfeervol nachtleven”. Voor een deel kunnen we die info-rijke uitspraak bevestigen. Of de stad een ‘sfeervol nachtleven’ heeft weet ik niet, want ’s nachts snurk ik. ‘Maar aangezien Anat en ik zo vaak in Rotterdam komen weten we vast wel veel van de ‘topkwaliteit restaurants’, hoor ik u zeggen. Nee, ook bepaald niet. Ik hou van een goed bord voer, maar als we iets eten in Rotterdam zijn het toch vooral onze meegenomen krentenbollen. Denk nu niet dat we twee van die asgrijze, calvinistische fotografen zijn. Het is vooral praktisch: je verliest geen tijd en met een mond vol krenten kan je even mooi van een afstandje de wereld aanschouwen. De één maakt van de nood een deugd en wij van de nood een filosofie.
De genoemde bouwwerken zijn meer ons ding. Inmiddels is de stad behoorlijk volgebouwd, zoals met de blokkendoos van Rem Koolhaas, genaamd De Rotterdam. Een schoonheid is het niet, maar extreem aanwezig is De Rotterdam wel. Tja, die naam. Ondanks alle nieuwigheden is één ding gebleven; de nuchterheid van de Rotterdammer. Er is immers dikkerdoenerij genoeg, op kantoor en in de kroeg. Daar is het masker van de pretentie niet voor nodig. En mocht men toch besluiten om ergens een chique naam aan te verbinden dan gaat men er met gestrekt been in. Daarom spreekt iedereen over de Koopgoot en niet over de Beurstraverse.
De Markthal (een echte bijnaam ontbreekt nog) is eigenlijk een vreemde vogel in de Rotterdamse volière. De super de luxe artikelen passen niet echt bij de poten-in-de-modder mentaliteit van de Rotterdammer. Maar ja, mooi is het gebouw wel. Enige terughoudendheid is hier wel op zijn plek, want ik moet u iets bekennen: We hebben nog nooit van binnen foto’s gemaakt. Wel een keer erdoor heen gelopen, althans voetje voor voetje, want het was hutje mutje. Het is een voornemen wat we al een jaar hebben, maar de uitvoering wil er maar niet komen. En dat voor de meest gefotografeerde plek van Rotterdam.
Naast alle nieuwe, moderne en (brrrr) trendy dingen kent Rotterdam wel degelijk een aantal architectonische evergreens, zoals De Bijenkorf (nee, ik ga niet weer beginnen over de DDD), het stadhuis en de Van Nelle fabriek. In mijn supersonisch jonge jaren reed ik met mijn ouders over de Horvathweg en vanaf de achterbank keek ik altijd met…..ja, met wat eigenlijk… Met mijn ogen natuurlijk, maar ik ben even op zoek naar het type ogen: verliefd, verwonderd, gulzig… Ik weet het even niet, maar laat ik het zo zeggen: het gebouw heeft altijd mijn warme belangstelling gehad. En dat is altijd zo gebleven, zeker na een bezoek aan het gebouw. Vorig jaar verklaarde de UNESCO de fabriek tot Werelderfgoed. Het was een mooi en zeldzaam moment dat ik het eens was met deze club.
En Erwin, wat is nu jouw favoriete plek in het nieuwe Rotterdam? Dat is best lastig te beantwoorden, maar ik denk het gebied rond de Erasmusbrug. Daar komen de beide Rotterdammen tezamen. De haven en de cruise-terminal en de hypermoderne en aangenaam megalomane architectuur, tegen het decor van de ooit verguisde brug. In die volgorde.
Meer Rotterdam-foto’s zijn te zien op:
Rotterdam in beeld op Flickr door Erwin
Rotterdam in beeld op Flickr door Anat
*** Geen blog missen? Vul dan hieronder uw email adres in ***
—