Fotowedstrijden. Eigenlijk doen we daar nooit aan mee. Soms omdat het een wedloop is tussen hen die de meeste ‘social’ media vriendjes hebben, soms omdat een tijdschrift, krant of website denkt op een makkelijke manier aan gratis beeldmateriaal te komen en soms zijn de kleine lettertjes dusdanig opgesteld dat je hoe dan ook als verliezer zal eindigen. Dan zijn er nog die wedstrijden waar je pas aan mee mag doen als je eerst een stapel euro’s of, vaker, dollars opstuurt. Alsof je je eigen prijs subsidieert, in het gunstigste geval. Dus nee, fotowedstrijden zijn niet ‘ons kopje thee’. fotowedstrijd.
U voelt de uitzondering wellicht al aankomen en ik kan u verzekeren; die komt. Vorige maand kwam het Joods Historisch Museum met een eigen fotowedstrijd. De voorwaarden waren netjes en niet knellend en er was een mooi onderscheid tussen een publieksjury (verzamel uw facebookvrienden) en, voor ons interessant, een vakjury. Dat klinkt wellicht wat snobistisch maar ik hecht meer waarde aan het oordeel van een vakjury dan aan het totaal aantal stemmen dat je via social media hebt weten te bemachtigen.
Het is net als op de fotosite Flickr: Als ik maar bij anderen hun werk steevast als ‘favoriet’ bestempel, dan weet ik dat ik dat mijn foto’s ook als favoriet aangemerkt worden. Vervolgens kan je dan zeggen: kijk mijn werk eens populair zijn, terwijl men vaak geen eens een foto bekijkt. Maar genoeg over mijn stokpaardje.
Het thema van de wedstrijd was ‘Joods Leven anno 2015’. Een thema waar we wel wat mee konden, want de afgelopen jaren hebben we dat zeer regelmatig vastgelegd. En dan met name in een uithoek van ons koninkrijk die je niet snel associeert met het joodse leven: de regio Rotterdam. Toen Anat met het idee tot deelname kwam wist ik één ding meteen zeker: ze moest haar foto insturen van de onthulling van het joods kindermonument in Rotterdam. Het beeld van de namen van de omgebrachte kinderen met daarboven een klassenfoto uit die tijd in de oude, rustige hand van een overlevende vond ik waanzinnig krachtig. Na wat tegenstribbelen ging ze akkoord. Ach ja, laat mij maar drammen, en dan komt het wel goed….
Maar ook Anat kan drammen, op haar manier. Zij vond dat ik mijn foto moest insturen van de Chanoeka viering vorig jaar in Rotterdam met onder meer burgemeester Aboutaleb. Ook ik begon wat anti-geluiden te bezigen, maar uiteindelijk wist ze me te overtuigen. Of was het meer: OK joh, jij je zin. Ik wist simpelweg dat mijn foto niet echt zou scoren. Zoiets voel ik nu eenmaal, net zo goed dat ik heel goed aanvoelde dat haar foto mee zou doen om de hoofdprijs. Ja, sorry, ik heb nu eenmaal dergelijke voorgevoelens.
Na een tijdje kregen we bericht van het Museum. Drie van onze foto’s (ik had er nog eentje van een Pesach maaltijd) hadden de finale gehaald (uit de 160 foto’s) en of we aanwezig wilden zijn op de prijsuitreiking. Dat wilden we wel natuurlijk, want om bij je fotowedstrijddebuut meteen met drie foto’s in de finale staan, dan heb je het als Kroon en Van Maanen Fotografie niet slecht gedaan. Zeg maar gerust goed gedaan, maar bescheidenheid heeft bij ons altijd een overheersende stem.
Gisteren, 29 november, was De Grote Dag: de prijsuitreiking in het Joods Historisch Museum in Amsterdam. In het Auditorium komen bij binnenkomst de geselecteerde foto’s als slide show voorbij. Nadat iedereen zijn plaats heeft gevonden gaat het eindelijk beginnen. Men start met onze mission impossible: de publieksprijs. Inderdaad komen wij in dat verhaal niet voor. Maar dat neemt niet weg dat wel degelijk een aantal foto’s erg treffend is. Eerlijk is eerlijk.
Daarna is het de beurt aan het finale oordeel van de vakjury bestaande uit Bernadette van Woerkom (conservator fotografie van het JHM), Bert Nienhuis (jarenlang dè fotograaf van Vrij Nederland), Victor Levie (grafisch ontwerper) en Ahmet Polat (fotograaf des vaderlands 2015). Polat liet zich trouwens niet zien, helaas. Voordat de winnaar bekend wordt gemaakt krijgt een aantal mensen een eervolle vermelding + fotoboek + een plek in de aanwinstenvitrine en opname in de museumcollectie.
En plots verschijnt daar mijn foto van de Chanoeka-viering in Rotterdam. Van Woerkom leest het jury-oordeel voor en het is leuk te merken dat zij de foto precies zo hebben bekeken zoals ik dacht toen ik haar maakte. Vervolgens voer ik nog het woord om de omstandigheden rond de foto toe te lichten om daarna het fotoboek en een hand in ontvangst te nemen.
Met gepaste trots nam ik weer plaats in afwachting van Anat’s foto. Welke prijs zal het worden? De spanning stijgt. Het moment is bijna daar en ik sta in de startblokken om het feit vast te leggen. Edoch, dat moment komt niet. Ze grijpt naast te prijzen. Een tijdje is mijn teleurstelling daarover groter dan de blijdschap rond mijn prijs. Heeft ze dus tòch gelijk gehad toen ze meteen zei: “Nee, mijn foto is daar niet geschikt voor”. En met de eervolle vermelding van mijn foto krijgt ze dubbel gelijk.
Terugblikkend (in mijn geval makkelijk achteraf pratend) kan ik zeggen dat haar foto inderdaad niet past in de fotocollectie van het JHM. Dit is dus voor mij een leermoment. Een weerzinwekkend woord, maar ik gebruik omdat ik het ernaar heb gemaakt. Voortaan eerst goed kijken wat voor soort foto’s de ‘ontvangende partij’ heeft en daar je keuze op afstemmen. Niet arrogant denken van: “Oh, ík vind deze foto van een exquise kwaliteit en dient derhalve in het oeuvre geïncorporeerd te worden”.
Maar de bijeenkomst is nog niet voorbij. De menigte (zo’n mannetje of 50 schat ik als rekenblinde) verplaatst zich naar een andere ruimte. Daar achter een zwart gordijn bevindt zich de aanwinstenvitrine. “Pas op, daar komt iemand uit de kast”, wordt er geroepen wanneer de serveerster met champagne tevoorschijn komt uit de keuken. Daar daalt het zwarte doek en liggen de eervolle winnaars gezamenlijk achter glas. Ik ontwaar al snel mijn Chanoeka-foto. Nu deze foto zo geprezen is door deze en gene merk ik dat ik de foto steeds mooier ga vinden. Hoe belabberd de omstandigheden daar ook waren, de foto is best wel erg goed gelukt.
Een gezamenlijke toast sluit de middag af. Vervolgens lopen we nog wat rond door het museum en bezoeken we de fototentoonstelling van Leonard Freed. Gave foto’s, vooral qua sfeer: puur en spontaan. Precies zoals wij onze fotografie (willen) bedrijven. Een aantal maal passeren we de vitrine en elke keer kijk even naar de rabbijn en Aboutaleb. Ja, eigenlijk best wel mooi. Op 8 december gaan we in de herhaling.
*** Geen blog missen? Vul dan hieronder uw email adres in ***
—
Jammer Ans, maar gefeliciteerd Erwin! Ik vond de foto van Ans trouwens erg poëtisch en indringend, dus ga gewoon zo door!