Geen idee waarom ik er elke keer weer in tuin. Als de winter begint krijg ik beelden in mijn hoofd van sneeuw, ijs, ijzel, bittere kou en chaos op de weg: Mijn fotografisch ideaalbeeld van dit jaargetijde. Maar elke keer kom ik van een koude kermis thuis. Maandenlang sta ik met de camera klaar om de mensen en dieren beneden mij op straat vast te leggen. Bekeken vanuit mijn warme huiskamer is het een feest te zien hoe mensen proberen op de been te blijven en hoe sneeuwjachten de boel ontregelen. Edoch, de voorbije jaren ben ik verworden tot een meelijwekkend figuur.
De winters worden immers alsmaar groener en regenachtiger. Ja, ik weet het: Soms is er ten noordoosten van Delfzijl nog wel eens wat sneeuw, maar helaas, daar heb ik geen kamer.
Terwijl het toch allemaal zo mooi en hoopvol begon toen ik mijn eerste A view from the room beelden maakte in februari 2012. Dàt was pas een meedogenloze winter. De sneeuw kwam massaal naar beneden en sneeuwschuivers waren toen ècht nodig. De ijsvloer was zo dik als de marmeren vloer van het Vaticaan. Nu weet ik niet hoe dik die vloer is bij Paus Franciscus, maar er doorheen zakken doe je vast niet.
Nu zijn er wellicht lezers die denken dat ik in dat jaar ook wel de schaatsen onder gebonden zal hebben. Nee, niet echt. Of beter: Nee, totaal niet. Ooit zijn ze namelijk gestolen, en nooit meer terug gebracht. Wat een definitie is van diefstal. Ok, ook toen ik ze nog wel had gebruikte ik ze amper. Schaatsen lijkt me geweldig, maar dat vallen kon me niet echt behagen. Laat staan om tegen de wind in te krassen. Excusez, ik verval in herhalingen en ik dwaal af, dus dubbel fout bezig. Maar de a-moralistische moraal van dit verhaal: laat mij maar de winterwereld aanschouwen vanaf een warme plek.
De winter van 2013 was wat futlozer dan zijn uitbundige voorganger. Sneeuw leek wel op rantsoen. Koninklijke Hoogheid Winter toonde nog wel even zijn gevoel voor humor met een fraaie ijzeldag. Altijd leuk op een brug die zich niet makkelijk laat ontdooien. Maar voor de rest? Weinig winter.
Elk jaar daarna had ik die waandenkbeelden weer. Hardleers? Nou en of. Het gras bleef al die tijd vrijwel groen en het water stroomde ongehinderd door. Niks geen winter. U voelt hem al aankomen, de rest van deze blog gaat helemaal nergens meer over. Want hoe schrijf je over winters die er alleen in naam waren, maar nooit echt hun koude strenge hand lieten zien??? Dat is dus heel lastig. En dan krijg je dus nutteloze, retorische vragen als deze. Het is als kijken hoe snel gras groeit. Iets wat in de maanden januari en februari sowieso een tijdrovende, maar vooral dodelijk saaie bezigheid is.
Ondertussen breek ik mijn hersentjes of er dan echt niks te melden is over winterse taferelen. Rustig aan, ik besef, het is een bijzondere vraag die een mens (voor het gemak omschrijf ik mezelf maar even zo) zich kan stellen, met zoveel wereldproblemen om ons heen. Maar uiteindelijk is het weer het enige onderwerp dat èlke dag in het nieuws. En verdikkemedoosje, ik bedenk me plots dat er wel degelijk iets minuscuuls te melden is over de huidige versie van winter. De blog gaat dus nog even verder. Sterkte aan de overgebleven lezers.
In januari, terwijl de oostelijke strook van Nederland zuchtte onder een paar centimeter sneeuw, hadden we hier ook een dag die volkomen en totaal onder 0 was, qua temperatuur. Wat ik je brom, als dat geen eigenschap van winter is! Nee, helaas de sneeuw bleef op ruime afstand, maar we hadden wèl ijs. En het heeft ook nog gehageld, maar ja, dat kan het in de zomer ook. Maar voordat er sprake was van een echte ijsvloer kuchte de zuidwesten wind even en de winter was direct verdwenen. Nou, is dat geen geweldig meeslepende anekdote over de winter van 2016??? Ik ben het met u eens ja….
Inmiddels zit de eerste week van februari er bijna op en mijn Noorse weersite www.yr.no laat weinig verandering zien voor de nabije toekomst. Zacht, winderig en nat blijft het refrein. Het lijkt erop dat ook de lokale duiven hiervan weten, want ze zijn al bezig om hun liefdesnestjes in de bomen te bouwen. Nu ben ik geen vogeloog, maar volgens mij is dat best vroeg voor de tijd van het jaar.
Dus ook deze winter gaat als een nachtkaars uit, zonder dat die ooit is aangestoken. Een beetje zoals deze blog. Aangezien het tempo en de spanning inmiddels wel helemaal verdwenen zijn kom ik in een soort Seth Gaaikema-trance. Ja, dat is ernstig, maar nee hier volgt geen eindeloze monoloog, maar wel een leuke woordspeling. Ik plaats deze bewust aan het eind van deze meeslepende blog, zodat u in alle rust deze vondst kunt doorgronden.
De winter was weer geen winter, want steeds weer was die wind er.