Het getrappel van massieve paardenhoefjes komt naderbij. In de koetsen zie ik achterover geslagen nekken van de reizigers, vaak gehinderd door oversized kleppetten of mondain bedoelde hoeden. Camera’s of slimme telefoon in de lucht en een plattegrond op schoot. Even verderop de vertrouwde plu’s van de zelfbenoemde groepsleiders. Kortom, welkom in een volgend toeristisch reservaat, genaamd Raadhuisplein in Praag.
Ik weet niet echt wat me te wachten staat vandaag, maar 1 ding weet ik wel: dit is de plek van de wereldberoemde astronomische klok. Elk heel uur vindt daar een grandioos schouwspel plaats wat telkens honderden mensen in hyperventilerende extase weet te brengen. Maar zoals de Duitsers zeggen: save the best for last. Eerst schuifel ik eerst maar het plein over: sfeertje proeven.
Daar doemt al meteen een kerk op, met een plezierige naam: de Sint-Nicolaas . Een kerkbezoek is inmiddels een vast item op mijn Praags dagmenu, dus ook deze maar betreden. Eenmaal binnen merk ik dat mijn gevoelens net zo zijn als bij andere kerkbezoeken. Het is een prachtige gebouw, maar de kalmerende sfeer is hier afwezig. Ook dit is het domein van de toerist, met alle clichés die daarbij horen. Dat dit ook wel voor mij geldt laat ik hier uiteraard verder onvermeld.
De kerk is een leuke ‘bijvangst’ op weg naar het einddoel van vandaag: die fascinerende klok. Gelukkig valt er op het plein veel te beleven. Ja, ook hier is het toeristisch in maxima optima forma, maar wel op een plezante manier, à la de Karelsbrug. Een bandje speelt prima swingende muziek onder de meedogenloze, maar o zo aangename zomerzon. Het is opvallend dat Praag hecht aan professionele muziek. Deze gasten kunnen echt spelen, dat zeggen mijn oren althans.
Het plein is een soort van open lucht circus met een hoog kermisgehalte. Nu moet ik van zowel circus als kermis weinig hebben, maar deze combinatie heeft wel wat. Naast het combo is een aantal levende standbeelden bezig om wat Tsjechische Kronen te verdienen. De afleiding en concurrentie is echter dusdanig groot dat ze de aandacht niet lang weten vast te houden. Een enkeling druipt dan ook in stilte af en wordt zelfs dan amper opgemerkt door voorbijgangers of terras-tijgers.
In de verte hoor ik dat het bijna zover is en dat de klok zijn magie gaat tonen aan het volk. Ik beheers me, een gewèldige kernactiviteit van me, en besluit nog even te wachten. Die spanning wil ik opbouwen totdat ik als een soort emotionele vulkaan naar de plek ga en me onderdompel in dat geweldige spektakel. Nee, eerst het plein uitkammen, waar een klein jongetje op de foto móet van zijn moeder met zo’n ademend standbeeld. Aan zijn gezicht is goed te zijn dat hij er weinig voor voelt die gouden griezel een hand te geven.
Veel leuker is de zeepbel-entertainer die midden op het plein is komen te staan. Met grote stokken met touwen dompelt hij een groot deel van het plein onder in zeepbellen. Een roedeltje Aziaten raakt in extase. Jong en oud jaagt op de bellen en lijken zich oprecht te verbazen dat de bellen plots uiteen kunnen spatten. Zeker een kwartier lang is een vrouw bezig achter die dingen aan te hollen, zonder dat haar plezier afneemt. Nee, hier volgt geen in cynisme ondergedompeld waardeoordeel. Integendeel.
Onder mijn elleboog door dendert een klein meisje dat zich ook stort op die dingen. Minstens zo onvermoeibaar als die vrouw rent ze geruime tijd rond. Ik heb geen idee bij wie ze hoort, men laat haar eindeloos rond draven. Hoezo ongecompliceerd vertier voor jong en oud, om deze vraag in jaren 50-stijl maar eens te stellen.
Van al die snel bewegende mensen heb ik honger gekregen. Het is tijd om wat te gaan eten, de laatste daad voor het Grote Moment: de klok. Aan het eind van het plein zie ik een enorme groep mensen gebiologeerd omhoog kijken naar de toren met de klok. Nog even en dan sta ik daar ook, maar dan wel met een volle maag.
Na wat moeite uiteindelijk een schafttentje gevonden om wat te eten. Ik kies voor iets wat lijkt op Tsjechische pasta, een soort van kleffe fusilli. Mede dankzij het sausje nog aardig te eten en het vult meer dan goed. Terwijl ik met mijn laatste heroïsche happen bezig ben krijgt mijn anonieme buurman zijn maaltijd voorgezet. De eerste aanblik is direct al weerzinwekkend; een soort van Pietersberg van vlees, taaie vellen, bot en vet. Als hij eenmaal de aanval inzet om die berg te bedwingen komen ook de geuren vrij. Een zwaar vette stank teistert mijn fijnzinnige reukorgaan. Ik voel plotse urgentie opkomen: ik wil hier weg, anders volgt er een culinaire retourzending. Mijn hemel, als dit ’s lands keuken is, dan zou ik bijna de Nederlandse keuken gaan waarderen! Bijna hè…
Wat is het zalig om daarna een stuk te lopen en vrij adem te kunnen halen. Mijn neushaartjes lijken bezwangerd van het vet. Edoch, dit immens grote persoonlijke drama verdwijnt snel naar de achtergrond, want ik ben op weg naar De Klok. Eindelijk is het dan zover. Bij de toren hangt al een sfeer van opwinding. Tientallen en even later honderden mensen stromen tezamen om de hoogmis van de astronomische klok bij te wonen. En ik mag erbij zijn! Wandelende toeristische attracties hebben ook hun weg hiernaartoe gevonden. Helaas voor hen worden ze massaal genegeerd. De blik is namelijk en masse omhoog gericht. Men weet wanneer het spektakel los gaat: op het hele uur.
Daar is het getingel! Het gaat eindelijk beginnen. Het plein staat nu vol mensen met camera’s boven het bezwete hoofd. Ik neem eerst gauw wat foto’s vanaf een kleine verhoging waardoor ik goed zicht op de menigte die hier is gekomen voor dat gezamenlijk doel. Ik sta recht onder de klok en hoor het getingel. Snel loop ik richting de menigte en ik zie wat beeldjes te voorschijn komen uit de klok. Dit ziet er heel mooi uit en belooft heel wat.
Terwijl ik een close up maak van de klok hoor ik een applaus opstijgen. Wat gaat er nou weer gebeuren? Ik zie een groep mensen aan komen lopen. Ik wil er naar toe om te zien wie het zijn. Gek genoeg zie ik iedereen in beweging komen. Eventjes ben ik confuus, maar dan begint het te dagen: dit was het. Het schouwspel zit erop nog voordat ik besefte dat het was begonnen. Ik sta vertwijfeld voor me uit te lachen. Dit is echt belachelijk. Toch lijk ik daar nogal alleen in te staan (vertrouwd gevoel), want om me heen zie ik alleen maar tevreden, blije gezichten. Ah, daar komt Anat aan. Voordat ik haar kan vragen hoe ze het vond zegt ze: “Is dat nou alles?? Wat een ónzin”. Ik voel me plots niet meer zo verdomd alleen.
Vooraf had ik thuis, dat is in Nederland, diverse YouTube’jes bekeken van de klok en toen kreeg ik niet echt een idee wat daar gaande was. Doorgaans trekt dat allemaal bij als je het ziet, maar in dit geval snap ik er nog minder van dan toen ik die filmpjes zag. Heel verwarrend. Teruglopend over het plein kom ik weer langs het prima bandje. Later in Nederland, dat is thuis, zie ik diverse YouTube’jes van ze. Het blijkt de Novák Bridge Band te zijn, bekend van de Karelsbrug en dus niet van het plein. Ach, laat ik het houden op wat de schrijver F. Scott Fitzgerald (niet die van Yvonne Keeley) ooit zei: “Geen verwarring is zo groot als de verwarring van een simpele geest”.
*** Geen blog missen? Vul dan hieronder uw email adres in ***
—
Ik was die klok al weer bijna vergeten. Wij zaten destijds op een terrasje vlak bij de klok aan een versnapering en de obers galmden het wijsje van de klok elke keer uit volle borst mee, dat was lachen.