De officieuze ontvangst op de Weense Naschmarkt voelt wat dubbel. De verkopers aan het begin van de 1500 meter lange markt stralen of achterdocht uit, dan wel een soort onnatuurlijke jovialiteit. Het niet direct reageren op hun oproep om te komen kijken of proeven beantwoorden met veel misbaar en een intens vuile blikken. Even lijkt het erop dat de sfeer op deze grootste en oudste dagmarkt van Wenen er eentje gaat worden om op te schieten.
Gelukkig, duurt ook hier even niet echt lang en verandert de sfeer ten goede als de meer traditionele, lees Oostenrijkse, stalletjes de overhand krijgen. Al snel blijkt de Naschmarkt een erg relaxte plek te zijn voor je dagelijkse boodschappen. Zelfs als je die, zoals ik, eigenlijk niet nodig heb.
Ik heb alleen maar kruiden op mijn verlanglijstje staan. Die had ik al willen kopen op de markt in Boedapest, maar ik wilde niet de norse sfeer van die markt in mijn avondhap proeven. Hier op de Weense markt zijn vele kruidenverkopers, zo had ik vernomen. Maar telkens als ik denk een prima tent te hebben gevonden staat erboven “Gewürz”. Echter, ik hou helemaal niet van worst en worstkruiden heb ik zéker niet nodig! Overal waar ik kijk heb ze alleen maar worstkruiden!! Nu weet ik dat men in deze contreien graag op de nuchtere maag een moddervette, lompe en dampende Bratwurst naar binnen werkt, maar er zijn grenzen aan mijn aanpassingsbereidheid.
Na een tijdje kom ik erachter dat ‘Gewürz’ niks met worst te maken heeft, maar ‘kruiden’ betekent. Dat houdt dus in dat ik de nodige kruidenverkopers hooghartig voorbij ben gemarcheerd, mijn neus ophalend voor hun ‘worstkruiden’. Ik besluit me te storten op de eerste de beste kruidenboer. Dat blijkt een gouden geurige greep, want de beste man bulkt van de kruiden en ik sla dan ook gretig in. Inmiddels kan ik u uit eerste hand vertellen dat het geweldige kruiden zijn. Vandaar deze tip: Komt u ooit nog op de Naschmarkt (wat eigenlijk een sub-tip is) koop dan uw Gewürz hier.
Behalve kruidententjes kan je hier ook prima eten. Het is soort culinaire VN. Uit vrijwel alle windstreken zijn er restaurants en barretjes. Kantoorklerkjes komen rond lunchtijd uit hun holen om hier een vorkje te prikken. Nee, het is zeker geen straf hier in de buurt te werken. Al die culinaire schuurtjes. Ooit was dat anders, vertelt een Iraanse standhouder. Tot midden jaren 80 was de markt nog een klassieke markt met alleen etenswaren, drank en wat kleding. Langzamerhand verdwenen de voedselverkopers en hun plek werd ingenomen door restaurants. Best wel jammer, want die eetpaleisjes zijn natuurlijk een groot deel van de dag leeg en dat komt de sfeer niet ten goede. Eenmaal bevolkt is het een culinair wereldfeest. Ach weet u wat, ik gooi er nog een tip tegenaan, zomaar gratis, voor niets. Sharing is caring niet waar? Ga voor lekker eten en drinken naar de Naschmarkt.
Voor ik het weet is het einde van de anderhalve kilometer daar. Alles hebben we op een ‘Stoffel de Schildpad’-tempo gedaan. Ondanks dat is het nog vroeg en hebben we tijd zat om naar die kerk te gaan die we tegemoet reden toen we Wenen binnen kwamen: De Votivkirche. De reusachtige kerk blijkt één van de belangrijkste neogotische bouwwerken ter wereld te zijn. Een buitenkansje om binnen te halen.
De kerk is gebouwd op de plek waar in 1853 een mislukte aanslag werd gepleegd op keizer Franz Josef I van Oostenrijk. Een collecte maakte de bouw mogelijk uit dankbaarheid dat God de Keizer had beschermd. Een ‘votiefkerk’ was geboren. Ongetwijfeld ten overvloede, maar ‘votief’ komt van het Latijnse ‘votum’ (belofte). In dit geval werd God beloofd een kerk te bouwen. Aldus geschiedde. Dat deze kerk qua architectuur doet denken aan de Sagrada Familia in Barcelona is niet op zich zo’n raar, want ook die blijkt een Votiefkerk. Maar genoeg reisgids duiding. Let’s go to church!
Het rondje rond de kerk belooft veel voor het interieur. Die belofte wordt meer dan waargemaakt. Het zijn van die momenten dat ik besef dat ik te weinig ogen heb. Een kerk met enorm veel details. Anat en ik slenteren door de kerk. Niet zozeer om meteen los te gaan met onze camera’s, maar om de sfeer op te zuigen, te voelen, te ervaren. We concluderen dat dit eigenlijk de eerste kerk is op deze reis met zo’n mooie, gewijde sfeer. Om rustig van te worden.
De tientallen kerkbankjes zijn prima plekken om de prachtige kerk en dito sfeer in ons op te nemen. We besluiten even op een bankje te gaan zitten zwijgen, ja, ook daar zijn we toe in staat. Terwijl Anat in een bankje schuift neem ik de tijd om de lege accu van mijn camera in alle rust te vervangen. Hupsakee: Volle accu erin, camera aan…. Camera aan…. Daarna zie ik heel mijn omgeving in een zwart gat verdwijnen. De glas in lood ramen worden kleurloos. Kaarsjes doven. Engeltjes veranderen in valse vleermuizen. Beelden verkleuren en buigen zich boosaardig over me heen. De woorden uit mijn mond vloeken met de omgeving. Hier is sprake van acute en intense zelf-demonisering. Reden: De tweede accu blijkt óók leeg.
In mijn duisternis zie ik Anat zitten met een vette grijns. Ze vraagt wat er is. Via backward masking weet ze het antwoord te vertalen en begint nog harder te lachen. Ik dus niet, want ik moet terug naar het hotel voor een volle batterij! “Wil je een volle van mij lenen, of loop je liever naar het hotel?”, vraagt ze droogjes. Oeps ja, dat is waar ook, we hebben dezelfde camera en dùs het zelfde type accu. Terwijl de contouren van de omgeving langzaam zichtbaar worden neem ik de volle batterij aan. Ook al sprak ik mijn vileine woorden niet hard uit, toch hoor ik ze na-echoën.
Pijnlijk hoor, pretenderen altijd alle fotospullen op orde te hebben en dan met een tweede lege accu midden in deze kerk ontsporen zonder remmingen. Ik probeer de episode zo snel mogelijk te vergeten, maar dat staat Anat niet toe. Het inwrijven gaat meteen van start. Ik heb hier duidelijk mijn eigen Jimmy Swaggart-moment.
Al snel keert de rust van de Votivkirche in me terug. Meer en meer raak ik in de ban van het geweldige zonlichtspel dat door de gekleurde ramen naar binnen komt. Dit is een feest voor iedere fotograaf. Bewust of onbewust neemt de enkele bezoeker netjes plaats in een lichtbundel. Alles in stilte. Ik blijf het mooi vinden hoe mensen tot rust komen in zo’n kerk en zich volkomen terug trekken in hun eigen wereld. Dat is dan vaak ook het dilemma van de fotograaf. Juist die sfeer wil ik vastleggen, maar ik wil geen indringer zijn of hen lastig vallen met een luidruchtige camera, dan wel dergelijke privé momenten verstoren. Het blijft altijd een compromis, dat gelukkig regelmatig positief uitvalt.
Uiteindelijk komt ook aan dit bijzondere bezoek mèt extreme stemmingswisselingen een einde. Buiten is het lawaai van het verkeer zeer nadrukkelijk aanwezig. Bizar en lelijk zijn de enorme reclame uitingen tegen de kerk. Waarschijnlijk sponsoren van de restauratie, maar had dat niet wat verfijnder gekund? Maar ik ben wellicht niet de aangewezen persoon om mensen hier aan te spreken op verfijnd gedrag….
Hoe dan ook, deze kerk blijkt een prachtige plek om de accu op te laden voor de volgende etappe. De reis gaat immers verder, dit keer naar richting Duitsland. Dat gaan dagen worden zonder kerken, markten, musea of winkelstraten.
*** Geen blog missen? Vul dan hieronder uw email adres in ***
—
Leuk verhaal en mooie foto`s, maar wat heeft Jimmy Swaggart er mee te maken?
Jimmy Swaggert was een bedenkelijke Amerikaanse tv-dominee uit de jaren 80 die behoorlijk over de schreef ging en ‘en plein public’ in tranen zijn zonden kenbaar maakte. Ik had in de Votivkirche mijn eigen mini-Swaggert-momentje.