In mijn onnozele poezelige Nederlandse onschuld vraag ik Anat wat er op de folder staat, die ik zojuist heb gekregen van een allervriendelijkste reli. Ze kijkt bedenkelijk naar het stuk papier. “Nou, nou toe maar. Leuke radicale vriendjes heb jij.” Een gevoel van trots maakt zich van me meester. “Deze club wil desnoods met grof geweld de Rotskoepel en de Al-Aqsa Moskee tegen de vlakte gooien, zodat de joden daarna weer lekker kunnen gaan offeren en de Tempel herbouwen, zonder enige Arabier in de buurt.” Juist, ik bespeurde al enig sarcasme in haar stem toen ze me ‘complimenteerde’.
Dit is dus een duistere club met dito boodschap. Het contrast met de omgeving kan haast niet groter zijn met tienduizenden zingende en dansende jongeren om me heen. Het is één van de boodschappen die wordt verkondigd tijdens deze 51e Dag van Jeruzalem. Na de intellectuele zuuraanval van links gisteravond is nu rechts aan het woord.
Ondanks die weinig plezierige folder raakt het enthousiasme van de feestende meute met duizenden Israëlische vlaggen me enorm. Deze vrolijkheid is immers zoveel leuker dan de zuurpruimerij van gisteravond. Hier accepteer ik wèl alles wat men me aanreikt. Een jonge reli met enorme pijpenkrullen staat gave stickers uit te delen. Kom maar op met zo’n ding! Met herwonnen trots wandel ik met die sticker op mijn shirt door de menigte over een propvol Jaffa Street, de langste straat van Jeruzalem.
Terwijl ik loop te paraderen in de parade voel ik een kort beukje van Anat. Voor me zie ik twee enorme bezemstelen. “Hier! Hou vast! Een vlag!”. Daar sta ik dan met een enorme Israëlische vlag in mijn knuist. Een gevoel van hysterische paniek maakt zich van me meester. Hoe kan ik nu nog foto’s maken? Ik steek de stok in mijn broekzak. Die blijkt netjes te passen en mijn vlag wappert gezellig mee met al die andere. Participerende fotografie (soort van).
“Waar loop jíj nou weer mee???”, vraagt Anat vervolgens. “Dit heet een vlag!”, antwoord ik enorm gevat. Hoofdschuddend wijst ze naar die sticker op mijn shirt. “Oh, die sticker? Jaha, die heb ik gekregen. Ik vond het wel een gave”. Anat’s stem krijgt weer die sarcastische klank: “Ja, och, och wat mooi. En weet je ook wat er op staat dan??” Haar doel is bereikt: ik zwijg. “Ook deze gasten, van “Chozrim Lehar”, willen de Tempelberg bevrijden. Ze roepen op de Heilige Tempel te gaan herbouwen op zijn oude plek. Daar waar nu de twee moskeeën staan. Gaaf hè???” Ik moet erkennen dat dit alles niet hoog op mijn verlanglijst staat. Ik kijk naar die sticker en ik grijns. Dit gaat straks een mooi activistisch setje worden met de linkse protestborden, deze sticker en die folder.
Dan blijkt dat ook Anat ‘inkopen’ heeft gedaan. Uit haar broekzak haalt ze een opgevouwen vlag. In een vluchtige blik meen ik te zien dat het een IDF-vlag is. Die wil ik ook!!! Anat maakt aan mijn illusies direct een einde: “Het is best wel een enge club hoor. Dit is namelijk de vlag van Lehava.” Juist, nu duiken we dus in de duistere stinkende krochten van extreem rechts. Zo maar wat punten: Lehava wil alle Arabieren verdrijven uit Israël en de bezette gebieden, ze wil alle christenen (“bloedzuigende vampieren”) met geweld het land uitschoppen en kerstmis verbieden, gemengde Arabisch-Joodse huwelijken zijn een gruwel en ze schuwen het geweld niet en dreigen en intimideren er enorm op los. Allemaal intense haat in de twijfelachtige traditie van de demonische ultra-nationalistische rabijn Kahane, die in 1990 door een Arabier in New York om zeep werd geholpen.
Lehava, wat Vuur betekent, is in 2009 opgericht om de erfenis van Kahane en zijn verboden Kach partij veilig te stellen. Lehava oprichter en leider is Ben-Zion Gopstein en hij is vandaag ook gewoon aanwezig, omringd door volgelingen met zwarte vlaggen staat hij voor zijn tafeltje met radicale prullaria. Hij staat daar met een hondsbrutale uitstraling van: Ik ben voor niemand bang en ik heb lak aan alles en iedereen. Normaliter een instelling die ik wel kan waarderen, maar deze versie gaat me vele Jaffa straten te ver. Al met al toch schitterend dat ook dergelijke info standjes welkom zijn, net als de avond ervoor toen links ongestoord zijn wereldvreemde boodschap ongestoord kon verkondigen. Dat is robuuste democratie.
Terwijl ik nog ietwat confuus ben van dat Lehava splijt een groep meisjes mijn hyper sensitieve trommelvliesjes. Opeens ontwaar ik een bekend lied tussen de vele voor mij onbekende die ik heb gehoord. Welk prachtig, Israëlisch lied dat is ga ik onthullen in de volgende blog. Ree, ouch, hey, hm, la!
gave blog
Dank je wel.
Wat een cliffhanger!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!