“GEEN toegang”. Mijn jaarlijkse romantische oprisping krijgt even een sensitief tikje te verduren. Het is namelijk weer tijd voor de Dag van de Romantische Muziek onder de Rotterdamse Euromast in het park genaamd: Het Park. Maar deze chagrijnige entree is toch wat anders dan het vriendelijke “hartelijk welkom” van de voorgaande jaren. Naar goed Nederlands gebruik negeer ik dit bevel, aangezien ik hier elk jaar naar binnen kom.
De eerste aanblik weet mijn romantische gevoel niet bepaald positief te voeden. Overal zie ik van die food trucks staan. Die bezopen moderniteit, in een vergeefse poging altijd maar weer Amerika slaafs te volgen, omdat zoiets daar populair is. Waar het in de VS forse trucks zijn, staan hier vooral omgebouwde busjes of minder.
Meurende food trucks in overvloed, maar ik constateer een pijnlijk tekort aan Victoriaanse passanten. Op een enkeling na. Ik geef de dame in kwestie een compliment. Ze zegt wekenlang met haar outfit bezig te zijn geweest. “Ach ja”, verzucht ze in rond Rotterdams, “ik naai me wekenlang suf om vervolgens zo’n beetje als enige in deze kleding rond te lopen. Als ze me zien krijg ik meteen een horde mensen om me heen die me aangapen. Nee, de organisatie is lekker stom bezig met al hun verboden. Maar goed joh, er zijn meer festivals en dan kom ik hier dus niet meer ”. Ze schrijdt verder. De aangapers krijgen elk een pose of een glimlach, als een echte diva. Dit is duidelijk een dame die de essentie van de Dag wèl goed aanvoelt.
Is er dan helegaar geen romantische muziek op deze dag? Ja, maar eigenlijk boeit die muziek mij niet zo, maar de sfeer des te meer. Helaas ontbreekt deze vandaag. Op het moment dat ik dat pijnlijk besef zegt een vrouw in het voorbijgaan: “Ik probeer sfeer te proeven, maar ik vind er geen ene reet aan.” Deze Rotterdamse conclusie blijkt breed gedragen. “Het lijkt verdorie wel een vreetfestival in plaats van een muziekfestival, met al die trucks”. Nee, ook hier lukt het me niet om voor nuance te zorgen.
Een nuance die verder verdwijnt als we naar het picknick veld gaan. De eerste aanblik van het veld is nogal triestig. Leeg, met hier en daar heuse hipster die zijn hond achter een frisbee laat aandraven. Anat gaat informeren en een vrouw vertelt haar over het eerste bericht op Facebook van de organisatie: “Bezoekers kunnen dit jaar geen eigen eten en drinken meer meenemen op het festivalterrein.” Weer dat “GEEN toegang”-gevoel. Ze wijst richting het “Koetshuis”, waar speciaal een picknick veld is ingericht. Zou leuk kúnnen zijn.
Dat picknick veld ademt echter de sfeer van de DDR in zijn ‘hoogtijdagen’: Kaal, vreugdeloos, geen beschutting, zanderig, groot, fantasieloos. Ik verwacht ieder moment dat Genosse Erich Honecker de aanwezigen welkom heet op dit sfeervolle plekje. Er staan wat lange tafels met dito harde, houten banken. De familie van Anat die andere jaren met tafels vol eigen hemelse hapjes stond, zit nu aan een lange tafel. Ook niet in de stemming voor een klassieke polonaise. Dertig jaar komen en dan zo afgeserveerd worden. Een groepje studentikoze heerschappen geeft ons een troostfles rosé. “Hier, drink maar leeg. We mogen er niet het terrein mee op. Keurig aan gedacht om een plastic fles mee te nemen, maar zelfs dat mag niet. Ze zijn enorm streng”. Ze wijzen richting de ingang waar je wel in mag. Nee, waar je in móet.
Er staat een lange rij mensen. Dranghekken voorkomen dat ze ongezien langs de controle glippen. Controle op kneedbommen, vuurwapens en machetes? This is Holland, man! Nee, dit is een controle of er geen krentenbom, uhh, krentenbol of plastic flesjes water het terrein op komen. Elke bezoeker moet de tas openen ter check er zich geen abjecte contrabande in bevindt. “Dank uw begrip”. O,o,o, wat een prachtige romantiek! Dit alles zodat die schaftkarren een winstgevende dag kunnen hebben. Hollandse romantiek in de praktijk.
Het gif stroomt inmiddels rijkelijk door mijn aderen. Zo’n beetje alles roept nu ergernis op. Optredens die ik wil bekijken zijn net afgelopen, mensen die voor de lens staan, opgefokte wespen die tussen mijn camera en oog willen kruipen. Het leven is hard. Laten we in godesnaam maar weer richting het festivalterrein gaan, maar dan níet via die bagage check. Terwijl we richting het “GEEN Toegang” bord terug marcheren, komen we oude bekende gezichten tegen van vervlogen romantische jaren. Keurig gekleed, met een glaasje wijn of een hapje. Stijlvol als altijd. Dit zijn parels voor zulke dagen, maar zijn dus nu niet meer welkom, vanwege de eigen consumpties. “Sfeermakers niet gewenst” had ook op het bord kunnen staan.
Inmiddels is bij dat bord ook bewaking gekomen. Niemand mag daar naar binnen. Een ieder dient een stuk om te lopen naar de officiële entree. Nou, dat dacht ik dus zeker niet!! We stappen over een aangenaam lullig afscheidingstouw en we staan weer tussen de food trucks. Dank voor uw begrip! Het eerste wat we gaan doen is een daad van verzet plegen: het nuttigen van privé krentenbollen op verboden terrein. Terwijl mensen in lange rijen staan te wachten op een uniforme hap met een kekke naam, knagen wij onze AH-bollen met een klodder boter weg, als ware revolutionairen.
Met een enkele achtergebleven illegale krent tussen de kiezen hobbelen we het terrein weer over. Het is duidelijk dat er dit jaar weinig aparte activiteiten te zien zijn, zoals het ukelele leerschooltje van vorig jaar. Even sta ik te kijken hoe kinderen een leuk bedoelde outfit krijgen aangemeten. Ze laten het gelaten over zich heen komen. Ook hier ontbreekt de gedrevenheid. Alles in stijl. Voor mijn neus knalt ondertussen een koter tegen de vlakte en begint meer dan indringend te krijsen. Achter me dreint een verwend meisje: “Mama, ik moet plassen.” Jammer voor het kind in nood, maar moeder hoort niks, want die zit met lichtblauwe stressoogjes te appen.
Ik krijg de neiging zachtjes te gaan gillen. Op dat moment gaat in de verte een operazangeres totaal los. Ja, dat is gepast op zo’n festival, maar haar ijzingwekkende (‘weerzinwekkende’ mag ook) uithalen teisteren mijn fontanellen. Het is even zoeken, maar tussen de food trucks zie ik haar staan. “Wil je daar naartoe?”, vraag ik aan Anat. Bijna smekend antwoordt ze: “Nou, wat dacht je ervan om naar de metro te gaan?” Ik heb weinig overreding nodig en in no-time staan we buiten de romantische dranghekken. Wegwezen hier!
In de Bonus:
Het festival had ook een muzikale aandachtstrekker; een heuse BB’er. De Bekende Brit in kwestie:? Dominic Seldis.
Je bent wel hard. Het was toch mooi weer.
Ja, klopt, het was zeker mooi weer. Hoewel, (om even stijlvast te blijven) was het wel het minst mooie weer in vele weken/ maanden ;-)
O Erwin, je zou er zelfs Duits bij gaan praten ;-) De de sfeer in jouw blog was dik in orde en zeer correct weergegeven, maar er was nog wel wat klassieke muziek te bewonderen. Wij hebben nog staan kijken bij Dominic Seldis en zijn bas, alwaar wij ongeveer de jongste bewonderaars waren (giechel).
Nein, kein Deutsch in diesem Blog. Bitte sehr Neel!! Wij hebben Mr. Seldis ook ‘bewonderd’. Zie foto onderaan de blog.