Ondertussen gaat de zoektocht voort. Chaim is ons nog steeds te vlug af. Onze onvermoeibare rabbijnen zetten opnieuw koers richting Chaim’s huis. Inmiddels is het aarde donker en de straten zijn nat en dus glad. Voor mij extra opletten want ik wil niet straks spartelend en luid vloekend onderuit gaan in deze ultra orthodoxe wijk. Zonder al te grote glijpartijen arriveren we bij het begin– annex eindpunt.
We nemen dezelfde gammele trap. Mordechai en Shlomo kloppen, tikken, bonzen en roepen weer. Het zal toch niet dat hij na een urenlange speurtocht nog steeds onvindbaar is. Dan gaat piepend en krakend de voordeur open. Spread the word: Chaim is gevonden! De rabbijnen leggen uit wie we zijn en of we mogen binnenkomen. “Ja, ik heb tijd. Ik heb al gebeden”. Met die fijne wetenschap stappen we voorzichtig naar binnen.
Voorzichtig omdat de woning barstensvol spullen staat. “Pictures, pictures”, spoort Rav Mordechai me aan. Ruim 80 jaar geleden is Chaim in dit huis geboren en nadat zijn ouders zo’n 35 jaar geleden zijn overleden heeft hij amper iets weggegooid, laat staan iets veranderd aan het interieur. De bedden van zijn ouders dienen nu als dumpplek, en de ruimte eronder ook.
Trots toont hij zijn nieuwe aanwinst: een plastic giraffe. Uit een nisje pakt hij een etrog. Een fors geurende, wat misvormde citroen die een prominente rol speelt in het Loofhuttenfeest. Misvormd is de vrucht is nog steeds, maar geurend al lang niet meer en een druppel sap zal de etrog ook niet meer bevatten. De vrucht, ooit gekocht op de markt van Mahane Yehuda, is compleet uitgedroogd. Vrij logisch allemaal want de vrucht is ruim 35 jaar oud.
“Chaim! Waar liggen die akertjes waarmee het water uit de putten werd gehaald? Ik heb ze hier wel eens gezien”, vraagt Mordechai. Chaim kijkt moeilijk. Hij heeft geen idee waar ze zijn. Een nieuwe zoektocht begint, dit keer naar de akertjes. De rabbijnen liggen op de grond om onder tafels en bedden te kijken of hangen met hun hoofd met zwarte hoed in keukenkastjes.
“Ah, hier heb ik ze”, roept Chaim en trots toont hij het resultaat. “Nee”, lacht Mordechai, “dat is een dienblad, geen akertje”. Vol vraagtekens kijkt Chaim naar het dienblad en zoekt verder om vervolgens met een beeldje van dansende reli’s te komen. Nee, helaas, die inmiddels bijna mythische akertjes gaan vanavond niet gevonden worden.
Onder vuile lakens en een keurige zwarte hoed haalt Mordechai een foto van Chaim’s ouders. Gemaakt door Garabed Krikorian, de Armeniër die in 1885 de allereerste fotostudio stichtte in het toenmalige Palestina. De foto moet ruim honderd jaar oud zijn.
Minstens zo oud is het teiltje aan de muur in de keuken, waarin hij badderde als kleine Chaim. De temperatuur in de keuken is verdacht hoog. De stevige warmte blijkt te komen van twee kookplaten die op standje maximaal staan. Shlomo zet deze snel uit. Safety first. Eens per maand komen hij en Mordechai even kijken hoe het gaat. De buurvrouw houdt Chaim tussentijds in de gaten. Op deze manier kan Chaim veilig leven en wonen. Bij het vertrek in de duisternis is het een bizar idee dat hij daar moederziel alleen, nog steeds levend in de vorige eeuw, eenzaam achterblijft.
Inmiddels zijn Anat en ik aardig afgemat van alle indrukken. De rabbijnen ogen nog net zo fris als zo’n vier uur eerder. Ze stellen voor nog een synagoge te bezoeken. Daar zou nog de opperrabbijn van de Nachlaot moeten zijn. En ook al is Chaim gevonden, het marstempo blijft erin zitten. Half kreupel, uitgedroogd, uitgehongerd en onderkoeld komt we bij synagoge aan. Net op tijd, want de rabbijn is bezig de lichten uit te doen. Zonder gedoe zet hij alles weer aan zodat we zijn shul kunnen bekijken.
Deze synagoge oogt zeer bescheiden. Eigenlijk net zo als deze opperrabbijn en iedereen die we in de Nachlaot hebben ontmoet. Een zalig gebrek aan opgeblazen ego’s, maar met een enorme persoonlijkheid. Bescheiden mensen met een onuitputtelijke inzet om ons te helpen een beeld te krijgen van de Nachlaot, toen en nu. Totaal gesloopt concluderen we een paar minuten later in het hotel dat ze daar grandioos in zijn geslaagd.
Foto`s van 100 jaar geleden? Maar wel in kleur.
Aaaach, die Chaim. Ik kan me voorstellen dat jullie een zeer vermoeiende dag hebben gehad. Zeer interessant.