Daar staat hij dan. Hij lijkt te poseren voor de foto. Op de puinhopen van wat ooit de belangrijkste synagoge van Jeruzalem was. De Hurva. Opgeblazen. Vier muren weten stand te houden. In zijn rechterhand houdt hij losjes zijn geweer. Als je langer naar de foto kijkt zie je in zijn linker een Torah rol. Uitgerold als een stuk gebruikt toiletpapier.
Het is mei 1948. De Onafhankelijkheidsoorlog is voorbij. De piepjonge staat Israel wist tot grote Arabische schrik te voorkomen dat het zou worden weggevaagd. Jordaanse troepen weten echter de Oude Stad te veroveren. Een pijnlijke en symbolische overwinning. Vanuit de Hurva synagoge leveren joodse strijders het nodige verzet. Jordanië roept op tot overgave. Ze weigeren en bieden hiermee de Jordaniërs het perfecte alibi de boel op te blazen. Iets wat sowieso zou zijn gebeurd, want uiteindelijk gaan alle 52 synagoges in de Oude Stad tegen de vlakte. De inwoners worden de stad uitgejaagd, en hun huizen verwoest.
De boodschap van de soldaat en zijn Arabische mede strijders is duidelijk: ieder spoor van joodse aanwezigheid in Jeruzalem zal nu ècht voor eeuwig en altijd worden uitgewist. Jeruzalem was, is en zal altijd islamitisch blijven. Tot juni 1967 kunnen de Arabieren heerlijk geloven in hun eigen sprookje. Daarna is het abrupt afgelopen. Voor altijd en eeuwig, als het aan Israel ligt. Israëlische troepen krijgen in ’67 de Oude Stad volledig in handen, nadat Jordaanse troepen met hun staart tussen de laffe beentjes zijn gevlucht.
De wederopbouw kan meteen beginnen. Een ding wordt snel duidelijk: de Hurva moet in oude glorie worden hersteld en daarmee de skyline van Jeruzalem weer mede gaan bepalen. Ok, bouwtekeningen erbij, stenen stapelen en nabouwen maar! Ho, ho, in Israel gaan die dingen niet zo rap. Het is een schattig naïeve gedachte dat ze het ook maar over iets kunnen worden. Zelfs niet over de herbouw van een synagoge.
Pas in 2005 is eindelijk de kogel door de kerk, zoals het oorspronkelijke gezegde gaat. De start van de herbouw van de Hurva, naar het oude vertrouwde, Ottomaanse model begint. Ottomaans? Ja, onder de Sultan van het Ottomaanse Rijk kregen Azkenazische joden eindelijk toestemming om de Hurva te bouwen. In 1856 kreeg de Oude Stad eindelijk de zo lang gedroomde Hurva. In zeventienhonderdzoveel was al een poging gedaan, maar toen was het geld op. Voor de Arabische schuldeisers aanleiding om de synagoge op te blazen. Een ruïne bleef over. De naam Hurva ontstond. Hurva is Hebreeuws voor ‘ruïne’. Zo, dat was ongevraagd een klassiek stukje titelverklaring.
Maar dan. Dan is het mei 2008. De bouw is inmiddels drie jaar bezig. Aan de voet van de Hurva strijkt Kroon en Van Maanen Fotografie-avant la lettre neer. Terwijl ik braaf zitten te lurken aan een glaasje sinas kijk in naar het geknutsel en de vele steigers. Het gebouw ziet er veelbelovend uit. Een ding weet ik dan al zeker: ooit zal ik wederkeren en de Hurva met een bezoek vereren.
Ondertussen opent in 2010 de Hurva 2.0 zijn deuren. Vreugde bij alles en iedereen wat joods is. Een stukje verderop bij de Palestijnen is de sfeer ietsje anders: boos, woedend, hels. Bij deze gelegenheid doen ze er nog een schepje bovenop in hun hysterie. Piepend, mauwend en jankend trekken ze naar de Tempelberg om hun al-Aqsa Moskee te verdedigen. De ‘Day of Rage’ gaat weer lekker los. De moskeeën en andere gebedshuizen moeten beschermd worden. Israel kan immers ieder moment alles komen opblazen. Ach ja, waar het hart vol van is…
Maar dan. Dan is het oktober 2019. De bouw is al bijna tien jaar gereed. Op hetzelfde terrasje kijk ik opnieuw naar boven. Ja, de Hurva staat er perfect bij. Trots en pontificaal aanwezig. ‘Verfijnd’ wil ik de 2.0 versie niet direct noemen. Eigenlijk maakt het dat ook wel weer passend, want ‘verfijnd’ is niet bepaald de gedachte die overheerst bij een bezoek aan Israel. Toch lijkt er ook iets anders te ‘mankeren’ aan het gebouw. Na een tijdje zie ik wat het is: de lange, aandachttrekkende rij lichtmasten. Zwart en hoog. Zeker tegen die witte koepel maakt dat het uiterlijk niet erg aangenaam om naar te kijken. Maar, beste lezer, gaat het uiteindelijk niet altijd om het innerlijke? Juist, de hoogste tijd om de Hurva officieel te betreden.
“You need to buy your tickets over here”, zegt de man met een zwaar Amerikaans accent achter de balie in de kale entree. Uh, dit voelt een beetje vreemd. Een verkoopbalie in een synagoge. Niet echt passend op het moment dat ik mijn ‘innerlijke zoektocht’ start. Ik snap gelukkig vrij snel dat het 2019 is en dat men op deze manier een beetje de kosten wil dekken.
De deuren van de grote ruimte gaan eventjes open. Sommige gelovigen zijn klaar met gebed of studie. Anderen starten. Met een onwetend, onnozel gezicht glippen we mee naar binnen. Welkom in de Hurva. Mijn eerste reactie die naar boven borrelt bij me is: wow, dit is heel erg….. Ja, wat eigenlijk? Even denk ik: ‘…. dit is heel erg mooi.’ Eigenlijk een soort standaard reactie als ik zo’n enorme ruimte zie. Maar mooi is het niet het woord. Het is vooral imposant. Ik kijk omhoog naar de koepel. In de nok lopen mensjes rond. De enorme hoogte voelt wat ongemakkelijk hier vanaf de begane grond. Om me heen gebeurt er niet veel. Het is rustig. Veel te rustig. Geen zalig gekmakende prikkels hier. Helaas. Dan maar het interieur en wat mensen snel vastleggen.
Het ziet er allemaal keurig uit. Dit in tegenstelling tot menig andere synagoge waar het vaak een aangename zooi is. Het is allemaal wat klinisch wat ik zie. Terwijl ik obligaat nog wat foto’s maak word ik mijn schouder getikt. “No please, you are not allowed here”, zegt dezelfde man. De spot in zijn ogen verraadt dat hij het trucje doorheeft. Meer mensen doen dit dus. Daar gaat de heroïek van ondeugend gedrag. Het opzetten van een verbaasde blik heeft dan ook geen zin.
De man wijst ons de lift die ons naar de koepel zal brengen. Een lift? Ook niet bepaald een authenticiteit-verhogende factor. Gezien de hoogte, 24 meter, ben ik bereid over mijn hart te strijken en toch de lift de nemen. Halverwege kunnen we uitstappen. Vanaf het vrouwengedeelte krijgen we een mooi overzicht. Recht voor me staat een van de vier oorspronkelijke muren die de Jordaanse terreur hebben overleefd. Ja, dat hebben ze mooi verwerkt in het nogal moderne geheel. Fraaie symboliek.
De lift brengt vervolgens ons naar de nok, vlak onder de koepel. Ver weg in de diepte lopen mannen heen en weer, sommigen kletsen, anderen studeren, een enkeling slaapt. Meer eigenlijk niet. Het interieur ziet er mooi, gelikt uit. Alles is minutieus nagemaakt. Knap gedaan. Veel meer warme woorden kan ik niet verzinnen. Iets van sfeer kan ik ook hier niet ontdekken. Het gevoel ontbreekt. Een groot gemis in zo’n machtige synagoge. Ik kijk Anat aan. In haar ogen zie ook geen sporen van begeestering.
Het is net alsof ik me in een bibliotheek bevind. Een mooie bieb, dat wel. Maar niet een exemplaar waarin je uren kan rond dolen. De zakelijkheid overheerst als ik het zo van boven bekijk. Het is als een oude vertrouwde lp (de Hurva 1.0) die op een prachtig geremasterede cd wordt uitgebracht (de Hurva 2.0). Het klinkt allemaal zuiver en mooi, maar de ziel is er bijgevolg behoorlijk uit. Een rafelrandje hier en daar had niet misstaan.
“Wat vind je ervan?”, vraag ik Anat. Ze kijkt om zich heen, zonder een spoortje van opwinding. “Het ruikt allemaal zo nieuw. Ik voel geen geschiedenis. Het weet me niet in mijn hart te raken”. Mooi, in een paar zinnen verkondigt ze dus het gevoel wat ik in vele alinea’s probeer duidelijk te maken. Het valt immers niet mee om een sfeer te omschrijven die er eigenlijk niet is. Een karakteristieke nestgeur ontbreekt, nog. “Zullen we naar boven gaan?. Ik heb het wel gezien hier”, vraagt ze terwijl ze naar buiten stapt, zonder mijn antwoord af te wachten. Naar boven? “Ja, rond de koepel heb je een geweldig uitzicht over de stad. Schijnt.”
Via een wenteltrapje ga ik naar boven. Tussen de treden door zie ik de wereld beneden. Adem in, adem uit. Trede voor trede ga ik voorzichtig naar boven. Anat staat dan allang onbevangen foto’s te maken. Eenmaal boven kan ik niet anders dan concluderen dat het uitzicht imposant is. Ik kijk neer op goudkleurige koepel van de Dome of the Rock en de grijze, wat grimmige koepel van de al-Aqsa. De Heilig Grafkerk ligt als een oude reus te suffen onder de meedogenloze zon. Alles op aanzienlijke afstand.
Voor Anat en ik zijn dit lastige omstandigheden. Onze fotografie, en dus ook onze camera’s en lenzen, richt zich op mensen die zich binnen redelijke afstand bevinden. Voor het dichtbij halen van gebouwen en mensen hebben we de spullen niet. Er is echter geen enkele reden voor wanhoop. Want gelukkig is daar altijd David, de man van Anat. Hij is van de extreme zoom, dan wel van de ultra micro fotografie. Wat mijn oog niet ziet, ziet zijn camera wel, met speels gemak. De perfecte aanvulling op onze fotografie. Vooral hier op het hoogste punt van de Hurva.
Terwijl David de iconische plekken vastlegt maak ik mijn ronde. Stukje bij beetje voel ik de kwartjes op zijn plek vallen. Ik merk dat de kracht van de Hurva vooral in zijn symboliek ligt. De Hurva als een soort come back kid. Hier staat hij toch maar weer, centraal in de Joodse Wijk. Ooit etnisch gezuiverd en ontdaan van alle synagogen. Hier bovenop de Hurva kijk ik neer op de Grafkerk, de al Aqsa op de Tempelberg en in de verte Jordanië. Oei, wat moet dit pijnlijk zijn voor al die duistere krachten die zo enorm bezig zijn geweest om de joodse aanwezigheid voor goed weg te vagen uit de historie. Elke dag moeten zij nu de Hurva aanschouwen in hun visuele omgeving.
Ik herinner me een voor hier passende tekst uit Yad Vashem, de Holocaust Memorial in Jeruzalem:
Never say this is the final road for you.
Though leadened skies may cover over days of blue.
As the hour that we longed for is so near.
Our step beats out the message: WE ARE HERE!!!
Met een andere blik kijk ik naar de wereld om me heen. Een vijandige omgeving die machteloos toekijkt. Voor de Hurva hangen nieuwe IDF rekruten rond. Een groep schoolmeisjes slentert door de nauwe straten. Ze poseren rond de Menora voor de synagoge. Ze leren allemaal het verhaal van de Hurva: We are here!!
Weer heel raak, Erwin! Dank je wel. De IDF is dat de Israelian Defence Force?
Dank je wel Neel. Ja, dat klopt en ze scharrelen overal rond waar er maar iets van historie hangt. Ik kom ze dus nog wel eens ergens tegen ;-)