Op deze oktoberdag in 2019 wil ik sfeer proeven. De sfeer van mijn eerste Ontzagwekkende Dagen. Die tien dagen tussen Joods Nieuwjaar en Jom Kipoer. Waar beter die te proeven dan op Jeruzalem’s Mahane Yehuda markt. De plek om alles te proeven. Iedereen wil op de shuk zijn maaltijd bij elkaar scharrelen voordat Jom Kipoer begint, de belangrijkste dag van de joodse kalender. Een dag zonder eten en drinken. Voor die tijd moet men voldoende in de maag en blaas hebben om het een beetje te kunnen volhouden op Grote Verzoendag. De weersverwachting klinkt als een uitdaging: zonnig en 36 graden.
Ik ben er helemaal klaar voor om de Ontzagwekkende indrukken in me op te zuigen.
Bij mijn rentree op de markt zie ik de voor mij o zo vertrouwde beelden. Mensen die hun barstensvolle karren zonder enige gene over mijn tenen laten denderen. Figuren die zonder blik of blozen overal voorpiepen. Marktlui die zich in het zweet werken en in hun uppie zes mensen tegelijk weten te bedienen.
Ja, gaaf, maar na een tijdje vraag ik me af of ik mijn connectie met die Ontzagwekkende Dagen al heb gevonden? Nee, bepaald niet. Een antwoord dat ik al paraat had terwijl ik mezelf de vraag nog aan het stellen was. Het zoeken naar die connectie levert weinig op. Wat ik ook probeer.
Onderhand begin ik me er een beetje ongemakkelijk bij te voelen. Is die sfeer er überhaupt wel of verkeerde ik weer eens in een droomwereld vol roze wolken toen ik me er een voorstelling van maakte in Nederland?
Tussen de olijven, hummus, groenten en zoetigheden denk ik terug aan de gesprekken die ik met Anat had op ons HQ in Nederland. Ja, we wisten wie we gingen spreken en bezoeken. We hadden netjes in kaart gebracht welke wijken we langs zouden gaan. Alles met als doel om straks het boek te (vervol)maken over het ontstaan van het nieuwe Jeruzalem. Het Jeruzalem van buiten de stadsmuren.
Toen kwam de oersimpele vervolgvraag: Wanneer? Voor mij was het simpel: “Ik wil met de Hoge Feestdagen in Jeruzalem zijn”. “Waarom dan?” Anat’s vraag was een eerste indicatie die niet direct duidde op overeenstemming. “Er is dan niets te doen hoor. Echt alles is gesloten. Op Jom Kipoer zelf gebeurt er helemaal niets. Dan zit je al die tijd in Jeruzalem te niksen . Daar moet je wel rekening mee houden.” Ik legde uit dat ik die Feestdagen ondanks dat heel graag een keer wil meemaken. Dat is heel anders dan nog een boek of nog een You Tube. Wat voor Anat vanzelfsprekend is, is voor mij zeker niet zo. Bovendien is een leeg Jeruzalem fotografisch gezien natuurlijk een leuke uitdaging. Ja, dat kon ze zich allemaal goed indenken. De eindconclusie werd: Tijdens de Ontzagwekkende Dagen, Jom Kipoer, Soekot en Simchat Torah zullen we er zijn!
Ik heb nu een paar keer ‘Ontzagwekende Dagen’ geroepen, maar wat zijn dat? Het zijn tien dagen waarbij men diep in zichzelf graaft. Een confrontatie met de persoon die je elke ochtend in de spiegel ziet. Kan je die persoon nog recht aankijken? Hoe heb je je gedragen het voorbije jaar? Hoe ga je jezelf een beter mens maken in het nieuwe jaar? Heb je alle geloften ingelost? Niet zelden zal het antwoord op een van die vragen ‘Nee’ zijn. Althans, als ik mezelf naga. Terwijl ik al die vragen de revue laat passeren besef ik dat het een lastige klus zal worden om ‘visuele bewijzen’ van dit alles te vinden op de markt.
Allemaal leuk die stampvolle bars met vrolijke, joviale mensen en muzikanten die de sfeer erin houden. Toch hoopte ik op een andere sfeer, meer passend bij deze dagen. Maar wat is passend, als ik blijkbaar niet weet wat passend is in dit verband?
Het pijnlijke besef groeit dat ik die aparte sfeer simpelweg niet kan vinden. Een gevoel wat ik wel vaker bij mezelf bespeur, als ik met een vooropgezet sfeergevoel op pad ga. Echter, een dergelijk gevoel laat zich niet forceren. Nooit. Na eerdere pijnlijke ervaringen had ik dit toch onderhand moeten weten? Leer ik dan werkelijk nooit van mijn fouten? Keer op keer is bewezen dat ik veel beter de dingen gewoon moet laten gebeuren. Dat levert de mooiste momenten op. En wat doe ik nu? Exact het tegenovergestelde! Heb ik onbewust Anat meegezeuld door mijn gedram? Was ik er onterecht van overtuigd dat ik hier de ‘juiste’ sfeer en het ‘gewenste’ gevoel zou gaan vinden? Een bezwaard gemoed dreigt naar boven te borrelen. Zonder het te beseffen zit ik midden in mijn eigen versie van een Ontzagwekkende Dag.
Op de een of andere manier zorgt het besef van mijn tekortkomingen ervoor dat ik andere dingen ga zien. Meer en meer lukt het me namelijk om door de vertrouwde, standaard gekte hier heen te kijken. Steeds vaker dringen details tot me door die wel degelijk blijken te passen bij deze Dagen. Ik had ze wel eerder gezien, maar ze drongen blijkbaar niet tot me door.
Links en rechts zie ik blijken van naastenliefde, om het een beetje zalvend te verwoorden. Uit mijn mond klinkt dat mogelijk wat sarcastisch, maar zo is het niet bedoeld. Zie daar een niet al te financieel welvarend ogende man die een nog iets minder financieel welvarend ogende andere man wat geld toe stopt. De collecte-blikjes om geld te geven aan de armen zie ik nu wel opeens overal staan. Iemand die een drankwinkel binnen stapt en die in een fractie van een seconde een verschrompelde oude baas wat geld geeft. Geen opzichtige weldoenerij. Het valt amper op.
En dan is daar de mogelijkheid voor Kaparot om een goede daad te verrichten. Ik trap hier weer even op de rem om wat duiding te geven. Kaparot is een ritueel waarbij iemand zijn zonden symbolisch kan overdragen. In deze tijd doet men dat met geld. De ‘zondaar’ doet geld in een envelop of zakje. Daarna volgt een vaststaand gebed en boven zijn hoofd draait men het geld driemaal in de rondte. De zonde is hierbij overgedragen aan het geld. Het ritueel zit er dan min of meer op. Het geld gaat vervolgens naar arme mensen om voedsel te kunnen kopen, zoals een kip. De gulle gever is hiermee verschoond van alle fouten die hij het afgelopen jaar heeft gemaakt. Hopelijk ontloopt hij hiermee straf en tegenslag in het nieuwe jaar. Een nieuwe start met een schone lei.
Het verhaal erachter klinkt wellicht vrij klinisch, afstandelijk en weinig meeslepend. En zo oogt het ook, dit ritueel van het draaien met wat geld boven iemands hoofd. Ja, ik zie heel goed dat de persoon in kwestie er behoorlijk in opgaat. Bij jong en oud. Het is allemaal heel persoonlijk en intiem om dit van dichtbij te zien, maar eigenlijk zoek ik iets dat visueel pakkender is. Fotografisch gezien komt het ritueel op deze manier niet tot leven. Ik zoek kippen. Kippen? Ja, levende kippen, in plaats van geld.
Ergens moeten ze kippen verkopen voor Kaparot. Het is een ritueel dat verre van geliefd is, want een stress kip boven iemand hoofd rond draaien voelt voor velen niet meer van deze tijd. Steeds meer rabijnen zien liever een zakje geld de cirkels maken. Dierenwelzijn wint het steeds vaker van de kippen-Kaparot. Ik kan me alles bij voorstellen bij die verandering, maar zolang deze vorm bestaat wil ik er zelf onbevangen naar kijken, zonder moraliserende vingerwapperij.
Allemaal leuke verheven uitspraken, maar waar zijn die beesten dan? We duiken elke obscuur ogende hoek van de shuk in, maar allemaal tevergeefs. Overal staan ze met geld te zwaaien of doen ze een duit in een zakje.
Een vrolijke jongen van de Chabad ziet de zoekende blik van Anat. Chabad is een grote wereldwijde organisatie van orthodoxe joden. Je ziet ze zeker dezer dagen overal. De jongen loopt als een blij ei naar Anat: “ Wil je Kaparot doen bij me?”, uitnodigend wijzend naar zijn standje. Anat neemt direct haar kans waar: “Ja, zeker weten, maar dan alleen met een kip!” Een antwoord dat de jongen nog blijer doet kijken. Volgens mij is die vorm ook veel meer zijn ding. “Nee”, zegt hij, “dat kan hier niet, maar verderop wel. Op het parkeerterrein achter de markt bij de yeshive.” Anat geeft hem een ferme duim. Een beetje sceptisch zijn we wel, want we zijn daar eerder langs gelopen, maar toen zagen we geen kip.
Eenmaal bij het parkeerterrein snappen we waarom. Het gebied is helemaal aan het zicht onttrokken met blauw plastic. Op het eerste oog duidt niets erop dat daar achter de kippen markt is. Via een kiertje kan ik net het terrein over gluren. Ik zie kratten. Volle kratten. Een kip kijkt me wakker en alert aan, terwijl zijn mede kratgenoten de moed allang hebben opgegeven.
We lopen het terrein op. Een gevoel van tevredenheid maakt zich meester van me. Kijk, dit is wat we zochten! Overal kratten vol met kippen. Vele tientallen. Onbevangen en onder de indruk lopen we al camera-klikkend het terrein op. Ja, dit is wèl fotogeniek. Eindelijk. Klik. Klik. Plots begint er een aantal mensen te schreeuwen. Ik versta ze niet, maar het klinkt niet alsof ze ons van harte welkom heten. “Oprotten met die camera’s!! Wegwezen hier. Snel.” Anat vertaalt verder: “Hij waarschuwt dat hij de camera’s zal slopen als we nog een foto maken.” Mijn pre-conclusie klopte dus. Hier zijn we bepaald niet welkom. Openbaar terrein of niet.
De opper-bulderaar is niet het type om vriendelijk uit te lachen om zijn weinig zoetgevooisde retoriek. Zijn nek en bovenarmen zijn van een omvang waar mijn kippennekje niet bestand tegen zal zijn. Het is zaak om nu niet te provoceren of wat dan ook. We laten onze camera’s zakken. Anat probeert hem uit te leggen dat we hier niet activistisch bezig zijn om deze markt te veroordelen, maar puur voor het registreren, als onderdeel van een beeldverhaal over Jom Kipoer.
De man lijkt wat te kalmeren. Hij geeft aan slechte ervaringen te hebben met fotografen die hem en zijn collega’s aan de schandpaal proberen te nagelen. Ondanks zijn kalmere houding maakt hij duidelijk dat fotograferen uit den boze blijft. Daar zijn we het uiteraard niet mee eens, maar dat hoeft hij niet te weten.
Een kippenslachter loopt langs ons met twee kippen in zijn handen geklemd. Een man maakt er foto’s van. Anat heropent de vergadering: “Hé, kijk nou. Die meneer staat foto’s te maken. Hij wel, en wij niet???” De verkoper lijkt wat te schrikken wat Anat’s felle reactie. Vriendelijk legt hij uit dat kopers wel foto’s mogen maken.” Dan herpakt hij zich razend snel: “En jullie kopen niets, dus wegwezen!” Anat probeert hem nog wat vragen te stellen, maar de man beent zwijgend en boos weg.
Hij neemt de twee levende kippen van de klant aan, en gooit ze in een plastic tasje. Alsof het meloenen zijn. Tja, de rol van kippen Kaparot-ambassadeur is niet voor hem weggelegd.
Terwijl iedereen lekker bezig is met kopen, verkopen en slachten haal ik kalmpjes mijn camera omhoog. Uit de heup maak ik wat foto’s. Straks zie ik wel of de beelden goed genoeg zijn. Op deze beladen plek uitgebreid de foto’s checken kan de furie opnieuw doen ontsteken. Ja, vast heel leuk voor de blog, maar uiteindelijk ga ik toch voor de ‘ijzige’ harmonie.
Achter de kratten komen wat mannen tevoorschijn. Hun schorten zitten vol bloedspettertjes. De leider van de slachters pakt een kip ondersteboven vast en met een vlijmscherp mesje dat op een soort spatel lijkt snijdt hij in de hals van de kip. Met een dreun eindigt het beest in een omgekeerde pion. De pootjes spartelen nog even. De volgende kip arriveert om hetzelfde kaparot lot te ondergaan. De zojuist geslachte kip verdwijnt in een tasje en gaat mee met de weldoener.
Later blijkt de foto totaal mislukt. Blijkbaar zijn zulke taferelen toch wat te heftig voor dit Nederlandse tere zieltje, dat maar al te graag kipfilet naar binnen werkt. Gewoon, filet van een anonieme supermarkt kip. Dat mijn kippetje ook onthoofd is dan opeens niet relevant, want de mijne komt uit de koelbox.
We slenteren nog wat rond. Veel meer kunnen we niet meer doen, zonder in herhalingen te vervallen. Tijd om de uitgang op te zoeken. Langs ons loopt de schoonmaker. Zojuist heeft hij de nodige kiprestanten opgeveegd. Een mooi symbolisch einde aan dit helaas vijandige bastion. We hadden o zo graag hun verhaal gehoord. Jammer, dus vertel ik het zelf maar, op mijn manier als observerend waarnemer.
Het is inmiddels een dag later en we zitten kort voor de start van Jom Kipoer. In Israel beginnen de feestdagen en Shabbat bij zonsondergang. Tijdens de uren voor zonsondergang is al goed merken dat het rustiger wordt. Langzaam komt de stad tot stilstand. De verkeersgekte kalmeert, alle winkels en markten sluiten. Iedereen kan op die manier op tijd thuis zijn.
En als de zon dan bijna onder is verandert de atmosfeer. Zachtjes doe ik het kantelraam van het hotel open. Normaliter dendert de energieke gekte van de stad naar binnen. Nu is het stil. Totaal stil. Ik strek mijn oren naar alle kanten. Tijdens Shabat is het ook stil, maar in de verte is dan nog genoeg te horen. Nu leg ik mijn oren in diezelfde verte. Ik hoor niets. Een mooie, zachte, warme stilte. De komende 25 uur geen bus, tram, taxi, radio, tv, smartphone, muziek, douchen of tanden poetsen. Alles is gericht op het gebed. De confrontatie met jezelf.
Overal trekken groepjes mensen naar de synagoge om daar biddend, huilend en vastend de hele nacht te verblijven. Iedereen is gekleed in wit, de kleur van zuiverheid. Zelfs van grote hoogte stralen de mensen zichtbaar rust uit. Op hun gemakje lopen ze over de weg, waar kort daarvoor nog het verkeer overheen raasde.
Erev Jom Kipoer is begonnen, de Avond voor Grote Verzoendag. Niet alleen hier, maar in alle uithoeken van het land. Kort voordat de zon helemaal onder is gegaan klinkt in alle synagogen het Kol Nidre (Alle Geloften)….
Wij hebben spijt van alle afspraken, overeenkomsten, geloften en vervloekingen, die wij hebben uitgesproken.
Mogen zij van deze Jom Kipoer tot de volgende Jom Kipoer beschouwd worden als afgeschaft, vergeten, vernietigd en ontbonden.
Mogen de afspraken niet meer als afspraken gelden, de overeenkomsten niet als overeenkomsten en de gezworen eden niet als eden.
Morgen gaan we Jom Kipoer zelf ervaren. Gaat de Grote Verzoendag mij raken in de ziel?