Het is bepaald geen gespreid bedje dat de Britten in de schoot geworpen krijgen in 1917. Een geplunderde en uitgehongerde stad kan je namelijk moeilijk omschrijven met positieve woorden. Aan de Britten dus de eer om er toch iets van te maken, en het liefst snel. Heel snel.

De eerste Britse militaire gouverneur Sir Ronald Storrs probeert er alles aan te doen om de problemen het hoofd te bieden. Hij weet de voedselvoorziening redelijk snel op niveau te krijgen. Mede dankzij een geslaagde samenwerking met generaal Edmund Allenby, die als overwinnaar in 1917 Jeruzalem innam.
Echter, samen met Sir Ronald en Allenby trekken er zo’n 26.000 Britse soldaten de stad binnen. Zij weten vrij korte tijd de veiligheid te herstellen, maar hun massale komst levert een nieuw probleem op. Eentje dat het beste valt te omschrijven als een testosteron-probleem. Het duurt dan ook niet lang voordat de soldaten lucht krijgen van de vaak jonge weesmeisjes die tijdens de Eerste Wereldoorlog al geen kant op konden, maar die nu zijn overgeleverd aan Britten met een bepaalde ‘basis behoefte’. De meisje krijgen totaal geen bescherming en hebben, uiteraard, geen cent te makken.

Sir Ronald ziet de omvang van het snel opdoemende probleem in. Directe actie is daarom geboden, dat snapt hij heel goed. Hoe hij dat aanpakt? Niet door zijn manschappen te waarschuwen dat hij hun perverse gedrag niet zal tolereren. Hij weet dat dat geen zin heeft. Sir Ronald is ervaringsdeskundige. Eerder heeft hij hetzelfde meegemaakt in Cairo, waarbij zijn manschappen hun oerdriften niet konden beheersen, met de nodige gevolgen voor de leefbaarheid van Cairo. Bovendien geven de nieuwe Britse machthebbers direct aan dat prostitutie van vitaal belang is voor de manschappen. De ruime beschikbaarheid van gewillige dames is de beste manier om de goede gezondheid te kunnen garanderen en verder kan een regelmatig bezoekje aan een bordeel hun gedrag alleen maar ten goede komen. Welkom in het Brits Mandaat Palestina.

Sir Ronald wil het oudste beroep van de wereld niet achter de stadsmuren van de Oude Stad hebben. Dat geeft alleen maar problemen, en straalt bovendien zo enorm negatief af op de Britten. Zeker dat laatste moet je als Brit met een puriteins imago niet willen.
Zijn oog voor een goede bordelen-locatie valt vooral op Nahalat Shiva. De boel is daar tijdens de oorlog behoorlijk vervallen en kent de nodige leegstand. Daarnaast is het goed te bereiken vanuit de Oude Stad. Het is een pragmatische manier om prostitutie aan het oog te onttrekken, want Sir Ronald weet heel goed dat alle ogen gericht zijn op dit deel van Jeruzalem. Het leven buiten de muren boeit in de tijd niemand. Hiermee legaliseren de Britten de prostitutie in de stad.
Dit alles ontgaat de doorsnee Britse soldaat uiteraard niet. In korte tijd verschijnen in de wijk de nodige bordelen. Honderden weerloze meisjes en vrouwen, met heel vaak een (ultra)orthodoxe achtergrond, zorgen daar voor “de goede mentale gezondheid van de Britten”.

Al vrij snel roepen die bordelen in Nahalat Shiva de nodige vragen en protesten. Zo maken de inwoners zich grote zorgen om de komst van de hitsige Britten. De inwoners doen hun beklag bij Sir Ronald: Zijn mannen zorgen voor herrie op straat, vaak met vernielingen en geweld. De kinderen van Nahalat Shiva worden dagelijks geconfronteerd met deze ervaringen. Hun tere zieltjes dienen beschermd te worden. Daarnaast zorgt dit alles voor een daling van de huizenprijzen. De ondernemers zien de omzetten snel teruglopen. Sir Ronald dient rekening te houden met de verfijnde, hoogstaande morele gevoelens binnen de wijk. Er is dus razendsnel actie nodig! O ja, en wat roepen ze over de meisjes? Geen enkel woord. De bewoners zijn immers slachtoffer, niet deze meisjes. Dank voor uw begrip.

De latere, en eerste president van Israel, Chaim Weizmann heeft wat minder begrip en onderkent het probleem van de prostitutie en het lot van de meisjes wel. Samen met prominente lieden uit de Azkenazische gemeenschap publiceert hij eind 1918 een manifest waarin hij expliciet het nieuwe probleem van prostitutie en openbare dronkenschap benoemt. Inclusief een ongemakkelijk sneertje naar de wees-prostituees: ‘Het is op deze manier natuurlijk makkelijk geld verdienen, maar jullie moeten ècht werk gaan doen’.
In de Azkenazische kringen van Mea Shearim heeft men het manifest ook gezien en ook daar maakt men zich zorgen. Nou, dat is dan toch weer hartverwarmend, zult u denken. Nee, niet echt. Ze maken zich zorgen over het heilige imago van de stad. Ze zijn woest op de Azkenazische mede-ondertekenaars van het manifest. Waarom maken die gasten zich druk over een probleem dat niet bestaat? Prostitutie is een verzinsel en Weizmann probeert de vrouwen van Jeruzalem te belasteren. Kortom: Er. Is. Geen. Probleem.

Een vooraanstaande arts wijst er in die tijd fijntjes op dat een van de grotere, zeer succesvolle bordelen in handen is van een ultra orthodox lid van hun gemeenschap. Uiteraard wordt de arts niet gehoord in Mea Shearim en Nahalat Shiva. En zelfs anno 2022 blijft het een onbesproken onderwerp. Als we in gesprek gaan met rabbijnen, bewoners of yeshive-studenten dan is steevast het antwoord op onze vragen over de geschiedenis van prostitutie dat het nooit heeft bestaan. Ook nu bestaat het niet. Dat zegt men dan vaak met een lichte glimlach en ze kijken je dan zelden aan. Van top tot teen stralen ze uit: ’Een ander onderwerp graag’.
En het lot van de vrouwen ondertussen in de eerste maanden van het Brits Mandaat? Lekker boeien, die vragen er gewoon zelf om. Sommigen spreken zelfs wat Engels, en dat weet je echt wel dat je daarmee gevaar loopt, want contact tussen een man en vrouw kan maar tot een ding leiden: Viespeukerij. Daarbij hebben die meisjes vaak het verbijsterende lef om met hen te flirten. Als iets een uitnodiging is dan is dat het wel. Daarnaast kleden ze zich vaak op een manier die in Mea Shearim zelf keihard zou worden afgestraft. Niet voor niets dat de meisjes in die wereld zitten. De oplossing is simpel bij dit niet-bestaande probleem: wees nederig, onderdanig, baar kinderen en doe de huishouding! Dus nogmaals: Er is geen probleem. Geen enkel probleem!
Het gemeentebestuur zit op zijn manier wel met de toestand in zijn maag. Het probeert manieren te vinden om de bewoners en ondernemers tegemoet te komen. Ook het bestuur beseft terdege dat deze situatie het imago van de stad schaadt en daar hebben de bestuurders geen belang bij. Bovendien heeft Weizmann ook in Europa rond gebazuind hoe deplorabel de situatie hier is. Lekker van die Weizmann, maar daar is de stad niet mee geholpen. Hoe gaan nu de vrouwen geholpen worden door het bestuur? Ook hierover geen woord. Het aanzien van de stad opvijzelen is het enige devies.

Dan komt Sir Ronald met een ‘geniale’ oplossing: zorg ervoor dat de bordelen verder weg naar de randen van de stad worden geduwd. De zichtbaarheid van het probleem is dan in één klap een stuk minder. Dat daardoor de uitbuiting van de meisjes ongestoord door zal gaan komt bij hem niet in zijn hoofd op. Maar ja, het is lekker een stuk meer uit het zicht en hij heeft geen last meer van het gezeur in Nahalat Shiva, hoewel hij op zich hun klachten wel begrijpt. Althans, de klachten van de bewoners en ondernemers.
U ziet het: Het is steeds hetzelfde eentonige refrein: Iedereen is hier slachtoffer en verdient hulp, behalve de weesmeisjes in de bordelen.
De enigen die ondertussen met afgrijzen de situatie in Nahalat Shiva waarnemen zijn de vrouwen van Jeruzalem. Ze zijn het spuugzat om elke keer het gejank van al die wegkijkers, dekhengsten en hypocrieten aan te horen. Het roer moet 180 graden om. Van de mannen hoeven ze niets te verwachten. De vrouwen besluiten daarom het heft in eigen handen te nemen buiten de onverschillige ‘hoge heren’ om. Voorop in de strijd gaat de directrice van de nabij gelegen Jerusalem School for Girls. Zij is totaal niet bang om keer op keer de vinger op de zere plek te leggen. Daar waar ze maar kan wijst ze op de armzalige staat van de meisjes in Nahalat Shiva.
De oplossing heeft ze reeds uitgewerkt: al die meisjes moeten vaardigheden leren waardoor ze zo snel mogelijk in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Ze komt met avondscholen, het opvangen en dus beschermen van jonge meisjes, het geven cursussen en praktijklessen, gericht op bijvoorbeeld het werken in een groentetuin onder professionele begeleiding of het maken van kleding. Kleding die vervolgens aan jonge weeskinderen moet worden geleverd.
Verder zet ze Sir Ronald onder stevige druk om de bordelen in Nahalat Shiva te sluiten. Hij volgt haar orders op en september 1919 verbiedt hij de bordelen. Daarbij helpt ook dat hij al eerder had aangegeven dat Britten van buiten Jeruzalem niet meer welkom waren. Als daarna de meeste Britse troepen vertrekken gaat lost het probleem zich versneld op. Sterker nog, door al die ontwikkelen gaat het opeens razendsnel bergafwaarts met de bordelen.
Op dat moment hebben veel vrouwen inmiddels werk gevonden of volgen ze een training. De bordelen verdwijnen in no time uit het straatbeeld van het keurige Nahalat Shiva. Het is alsof ze nooit hebben bestaan. ‘Dat klopt ook, ze hebben nooit bestaan’, hoor je ze bijna roepen vanuit Mea Shearim, en ver daarbuiten.

Al met al een krachtig staaltje van pure en echte ‘girl power’. Een kreet die veel later in 1990’s als marketing trucje zou worden gebruikt door mannen. In Nahalat Shiva hebben de vrouwen zichzelf in korte tijd uit de ellende getrokken. Iets wat je zeker in die tijd niet bepaald voor de hand lag. Hoewel die zelfbewuste houding juist in deze wijk niet geheel uniek is. Het kan heel goed zijn dat in Nahalat Shiva de geest van één bepaalde vrouw heeft gehangen als inspiratie voor deze doortastende vrouwen: De geest van Fruma Salomon, de vrouw van de stichter van Nahalat Shiva Yoel Moshe Salomon. U kent hem vast nog wel uit de vorige blog. Daarom, tot slot, ga ik nog even verder terug in het verleden om uiteindelijk op te stomen richting het heden.

In 1872 verhuist het hele gezin Salomon naar Nahalat Shiva. Terwijl manlief Yoel Moshe druk doende is met allerlei nieuwe plannen en Petah Tikvah aan het oprichten is, runt Fruma het huishouden ondanks tekorten aan alles, behalve ziektes. Daarnaast leidt ze ook de drukkerij van haar man. Maar dan niet op symbolische wijze. Nee, als een gedreven zakenvrouw die telkens weer zorgt voor nieuwe opdrachten en daarbij de opbrengsten alsmaar weet te verhogen. Iets waar haar man, toen hij aan het roer stond, continu mee worstelde. Voor uitbreiding van het personeelsbestand kijkt ze vooral naar vrouwen, die op deze manier een boterham of pita kunnen verdienen. Dat dit weerstanden oproept boeit haar niet. Erger nog, het sterkt haar juist in de overtuiging om vrouwen zo sterk en onafhankelijk mogelijk te maken. De mannen die onder haar dienen zijn vol lof en ontzag. Hier staat immers een vrouw die weet hoe ze zelfstandig een bedrijf moet runnen, dus zonder haar man. In de 1920’s is dat bepaald geen standaardbeeld. Yoel Moshe beseft als geen ander dat de drukkerij bij haar in perfecte handen is.

Verder heeft Fruma naast deze klus een gezin van acht kinderen waar ze ook klaar voor moet staan, want Yoel Moshe is natuurlijk altijd op pad. Hij neemt het allemaal niet als vanzelfsprekend aan. Kort voor zijn dood zegt de dan 73-jarige: “Mijn levensverhaal had er zonder Fruma volledig anders uitgezien.” En dus ook voor (de vrouwen van) Nahalat Shiva.

En hiermee eindigt mijn allereerste feministisch pamflet. In de volgende blog gaan we in volle vaart richting het heden, via sloopkogels, dodelijke kogels en bloei èn komen we het hondje weer tegen uit een oudere blog.
verrassende wending, geboeid gevolgd
Dank je Anneriek. Soms zijn er van die ‘verborgen’ verhalen, zoals dit verhaal, dat dan ook nog eens een goed einde kent.