Er hangt een bijzonder soort rust over de markt van Mahane Yehuda. Mensen scharrelen heen en weer langs de uitstallingen. Marktkooplui roeptoeteren wat over de schoonheid van hun waren. Een enkeling geeft aan dat hij nu even niets verkoopt en gaat buiten zijn kraam staan. Sommigen kijken op hun horloge. Ik ook. Over tien minuten is het 11 uur. Het moment dat heel Israel twee minuten stilstaat om de doden te herdenken van oorlogen en terreuraanslagen.
Kort voor elven gaat een aantal verkopers buiten hun kraam staan. De gezichten staan strak en gespannen. De gedachten zijn nu duidelijk niet bij hun koopwaar of hun klanten. Mannen die normaal het hoogste en luidste woord hebben staren naar de stoeptegels. Zwijgend. Ondertussen lopen de meeste mensen nog steeds door, alsof het eigenlijk zomaar een dinsdag is. Bij sommige verkopers staat een tv toestel aan, waarop gezichten verschijnen van mensen die ooit zijn omgekomen bij aanslagen. De hele dag komen op tv de namen van alle slachtoffers voorbij. Uur na uur. Een eindeloze stroom. De nationale tv is ook aanwezig hier vandaag.
En dan is het 11 uur. De sirenes beginnen ijzingwekkend te gillen en te janken. Ze komen bij mij binnen via mijn voeten om door te racen naar mijn hoofd. De keel voelt dik. Om me heen stopt iedereen met waar hij mee bezig was. Zo ver ik kan kijken staat iedereen stil. Roerloos. De mensen rondom mij kan ik goed in de ogen kijken. Dat voelt een beetje ongemakkelijk. Ik vraag me in een flits af waar ze aan staan te denken. Maar eigenlijk hoef ik de details niet te weten. De spanning rond de kaken, de starende blik en de lichaamshouding vertellen een verhaal van pijn, verdriet en herinnering. De sirenes blijven maar loeien. Indringend en confronterend.
Jong en oud. Rijk en arm. Israeli en niet-Israeli. Het opnieuw kijken in de ogen zorgt voor een nog dikkere keel. Mijn ademhaling voelt zwaarder en ik hoor mezelf door mijn neus ademen, ondanks het geloei. Keer op keer kijk ik naar de gezichten rondom mij en het lijkt alsof hun emoties meer beginnen op te spelen. Als ik, als relatieve buitenstaander, hier al met mijn emoties worstel, laat staan deze mensen. Ik merk dat ik snel mijn aandacht verleg. Ergens hoor ik een speelgoed kuiken al die tijd zijn idiote geluiden maken. Het contrast met wat ik hier zie kan bijna niet groter.
Dan, na twee minuten, zakt de sirene weg en komt de markt weer in beweging. De muziek schiet weer aan en marktlui gaan weer aan het werk. Tassen en karren worden weer gevuld en de kartonverzamelaar komt als heel vanzelfsprekend voorbij gedenderd met zijn krijsende kar. En dat binnen nog geen halve minuut! Net als ik even diep adem haal is daar opeens herrie. Een aanzwellende herrie van helse proporties. Oorverdovend.
Ik zie iets bewegen en kijk omhoog. Een viertal straaljagers vliegt laag over de markt. Voor ik het weet zijn de toestellen en het geluid verdwenen. De rust is opnieuw hersteld. Israel en contrasten; hoe vaak heb ik het er niet over gehad? Op dat ogenblik besef ik wel wat een enorme kracht, energie, waakzaamheid en bescherming van zo’n actie uitgaat. Het doet me even denken aan een tekst die ik ooit in Yad Vashem (het Holocaust herinneringscentrum) las, en waar ook zoveel onverzettelijkheid uit straalt: “Never say this is the final road for you, though leadened skies may cover over days of blue, as the hour that we longed for is so near, our step beats out the message – we are here!”
’s Avonds is op tv de afsluitende live uitzending van Yom Hazikaron vanaf Mount Herzl. De afrondende plechtigheid wordt dit keer ingeleid door de rabbijn wiens twee dochters en echtgenote recentelijk zijn vermoord door een Palestijn. Hoezo kracht? Kort daarna hijsen militairen de vlag die de hele dag half stok hing, omhoog. De herdenking van de slachtoffers is voorbij. Onafhankelijkheidsdag (Yom Ha’atzmaut is begonnen! Het feest gaat direct los. Niet alleen op de tv met een soms wel erg langdradig programma, maar in heel Israel. En inderdaad beste mensen, ook in Jeruzalem.
Ook al zijn de deuren hier dan inmiddels dicht, op de een of andere manier trekt de geur van barbecues zich daar niks van aan. Onafhankelijkheidsdag is de nationale barbecue dag bij uitstek en blijkbaar hebben aardig wat mensen direct de vuren ontstoken. Ik ga even buiten staan om te kijken of ik iets van sfeer kan waarnemen. Dat is op zich best wel een uitdaging aangezien we hier in de Nachlaot volkomen zijn ingebouwd en het uitzicht bestaat voor 87,2% uit beton. Beperkt zicht, om het mild uit te drukken. Behalve die intense geur van gebraden vlees komt er ook het nodige geluid vanuit de hoek van Agrippas en Jaffa Street. Het feest is ook hier begonnen met veel muziek of wat daar voor door moet gaan. Ik kan de mensenmassa horen. Nu zult u wellicht zeggen van ‘joh, knul, kom maar op met die foto’s van het feestgedruis!’ Nou, die foto’s komen dus niet. Ik ben nu eenmaal geen avond- of nachtmens. Ik kies veel liever voor mijn bedje, om vervolgens de hele nacht door gewekt te worden door luidruchtige feestvierders in de steeg onder mijn raam. Nee, ik heb niet als een brombeer liggen mopperen.
Een radicaal dagmens als ik kiest voor andere momenten. Overdag gaat Yom Ha’atzmaut goed los. In plaats van het vertrouwde Jaffa Street kiezen we nu voor Sacher Park, grofweg gelegen onder de rook van de Knesset (parlement) en het Hooggerechtshof. De twee kampen die nu gruwelijk met elkaar overhoop liggen over de vraag of het parlement met verkozen volksvertegenwoordigers het voor het zeggen moet hebben in een democratie, of een aantal niet verkozen rechters met hun eigen agenda, die vaak haaks staat op wat de meerderheid wil.
De borden bij de ingang van Sacher Park maken een ding direct duidelijk: barbecuen is verboden! ‘Nou, leuk is dat dan op zo’n dag, het lijkt Nederland wel’. Kijk, en dat is nu het grote verschil: dit is Israel en niemand trekt zich ook maar iets van het verbod aan. Overal staan of verschijnen barbecues. Op sommige momenten ziet het blauw van de rook en er gaat voor honderden kilo’s vlees op het rooster. ‘Och, maar wat erg voor het klimaat en de ijsberen!’ Heel erg hoor, maar deze noodkreet van radijs-knagers zal je hier niet horen. Het leven moet gevierd worden.
In de hemel is de situatie voor de ‘en-het-klimaat-dan’ roepers niet veel beter. Om de haverklap verschijnen er brullende straaljagers, tankvliegtuigen, bommenwerpers of transport vliegtuigen. De formatie vliegers zijn een mooi intermezzo bij al die barbecue activiteiten. Vlees braden vergt focus. Tussen de plukjes mensen loopt een oud heerschap met een megafoon een dringende oproep te verkondigen. Om toch vooral morgen hier weer samen te komen om te gaan demonstreren voor de juridische hervorming. Het moet een enorme demonstratie worden met tienduizenden mensen. Zijn inspanningen worden met applaus ontvangen.
Na een urenlang verblijf onder de zon in Sacher Park strompelen we terug naar het geliefde stulpje. De vliegtuigen zijn terug naar hun bases, dus kunnen wij dat ook. Binnen is de stilte een verademing. Van korte duur, in dit geval. Terwijl we schaamteloos onderuitgezakt zitten te niksen, horen we toch weer geronk. Daar zijn ze weer! We stormen op onze laatste reserves het balkon op en links en rechts schieten de adhd-vliegtuigjes voorbij. En dan, als een eind saluut, recht voor onze neus, vliegen twee toestellen recht op elkaar af, om vervolgens weer van elkaar weg te schieten. Ze laten een rookspoor achter. Recht voor ons, op dat zeldzame stukje hemel dat we wèl kunnen zien, verschijnt in de lucht een hartje. De liefde is wederzijds!
Weer een indrukwekkend verhaal uit Jeruzalem. Dank je wel.