Het is zaterdagochtend 7 oktober 2023. Ik heb alle recht om uit te slapen vandaag, maar helaas ben ik op tijd wakker. Lees: veel te vroeg wakker. Ruim voor de wekker zelfs. Het doelloos staren naar het plafond verveelt snel. Er zit niks anders op dan vroegtijdig de slaapstrijd te staken. Ik ben zelfs dusdanig wakker dat ik mezelf geen eens de tijd gun om eerst even rustig het nieuws aan te horen. Wanneer is dat voor het laatst gebeurd? Ik zou het niet meer weten.
Allemaal niet zo’n ramp. Ik heb immers het nodige te doen vandaag. Eerst boodschappen doen, lagen stof verwijderen in huis en even naar het dorp lopen om de graag zittende stramme stelten schrik aan te jagen. Tot slot, en vooral, ga ik me deze zaterdag weer storten op de blog. Alle voorbereidingen staan klaar om weer in de tijd van het Brits Mandaat te duiken. De vorige blog is best alweer een tijdje geleden.

Voor het boodschappen doen check ik op mijn telefoon of er nog berichten binnen zijn gekomen vanuit Israel. Anat en David zitten daar dezer dagen, dus is mijn interesse in Jeruzalem nóg groter dan normaal. Het is Shabbat dus ik verwacht geen nieuws uit die hoek, maar toch… Door de troebele ochtendnevel voor mijn ogen zie ik dat ze me wat hebben gestuurd. Oh wacht…. Nee, het is geen bericht van hen. De alarm-app die raketlanceringen uit Gaza meldt geeft aan dat er aanvallen zijn geweest op Jeruzalem. Ach, denk ik. wellicht een testmelding of de Red Alert app heeft een foutje gemaakt. Kan af en toe gebeuren. Er is namelijk geen enkele reden aan te nemen dat het weer foute boel is. Met een lichte glimlach open ik Twitter. Gewoon even om mijn vermoeden bevestigd te zien dat er inderdaad niks aan de hand is. Vaak heb ik voorgevoelens als onheil op komst is, maar dezer dagen heb ik daar geen last van.

Direct dansen de berichten voor mijn ogen, een aanval van Hamas? Langzaam voel ik het bloed uit mijn hoofd wegtrekken. Benen worden ijskoud. De mond gortdroog. De eerste beelden zijn van Hamas-terroristen die in pick-up trucks schietend door een kibbutz rijden. De beelden gaan vergezeld met de radeloze stem van een doodsbang meisje dat hysterisch van angst alles beneden haar ziet gebeuren. Ter plekke worden haar buurtgenoten afgeschoten. Ze beseft dat het dodelijke gevaar haar spoedig zal vinden. Beelden en geluiden kerven zich meteen diep in mijn geheugen. En dan berichten over paragliders met terroristen op een festival. Wat gebeurt hier? De NPO geeft geen antwoord, want ambtenaren werken niet op zaterdag. Israëlische tv wel, maar die versta ik niet, maar ik zie wel mensen rennen door een woestijn. Ik snap de context niet. Gelukkig is daar website GeenStijl die de rol overneemt van de NPO, de club waar per jaar ruim een miljard naar toe gaat. Waar het is o zo alerte leger? Waar is die stoere Netanyahu en zijn dito praatjes? Wat hebben die ‘briljante’ inlichtingendiensten zitten doen? Berichten over doden. Meer doden. Tientallen. Honderden.

En zo gaat het de hele zaterdag door. Niet alleen de zaterdag, maar ook de dagen, weken en maanden daarna. Elke keer nieuwe macabere beelden van moord en verkrachtingen, niet te bevatten horrorverhalen en oneindige hoeveelheden satanische details. Indrukken die onmogelijk samen gaan met mijn wens om weer een blog te schrijven, voor zover mijn gedachten nog bij de blog zijn. De terreur van Hamas hangt als een grauwsluier over alles heen. Al die woede over het onnozele/ kwaadaardige Hamas-klapvee in het Westen, de getuigenissen van de festivalgangers en de (ex-)gijzelaars en de rol van de mainstream media die op 7 oktober definitief bewijzen kuis verrot te zijn. Geen avond gaat voorbij of ik zit me op te vreten bij de schaamteloos gekleurde verhaaltjes van de Palestijnse NOS-robot vanuit Tel Aviv. Woede kan soms tot mooie schrijfsels leiden, maar ‘7 oktober’ leidt vooral tot een langdurig gepantserde writers-block. Ik heb even geen enkele goesting om geforceerd een blog te schrijven over Feinstein en Barazani alsof er niets is gebeurd.
Na een tijdje dringt langzaam het besef door dat ik me eigenlijk nu laat gijzelen door al die duistere krachten, uit welke hoek dan ook. Het wordt tijd om de regie terug te pakken. De oorlog zal namelijk nog geruime tijd duren en dat geldt ook voor mijn scheelmakende ergernissen over de demonstranten, media, politici, columnisten. Ze gaan mijn leven niet meer beheersen en daarmee regisseren. Kortom, ik ga weer terug naar het Jeruzalem van 1947. Een blog over twee helden die zelf ook de regie pakken, maar dan over het einde van hun leven. Eerste blog van een tweeluik:
Barazani en Feinstein: Als anderen denken over jouw leven te kunnen gaan
Na zijn ter dood veroordeling door de Britse rechter gaat Moshe Barazani op 17 maart 1947 linea recta naar de Central Prison van Jeruzalem. Een ding is direct duidelijk wanneer hij arriveert bij het complex van de Russian Compound: hier kom je niet zomaar zelf in, laat staan er zelf ooit uit komen. De gevangenis maakt onderdeel uit van het Britse zenuwcentrum van de Britse veiligheidsdiensten. Het is een totale vesting. De Britten beseffen immers maar al te goed hoe ‘populair’ ze zijn onder zowel Palestijnse Arabieren als Palestijnse Joden.

De Russian Compound is volledig van de buitenwereld afgesloten, omringd door controleposten en eindeloze rollen prikkeldraad. De Joodse Palestijnen noemen het gebied cynisch Bevingrad. Een samenstelling van Ernest Bevin, de schaamteloos anti-semitische minister van Buitenlandse Zaken van Groot-Brittannië die er alles aan doet om het Joodse leven in Palestina onmogelijk te maken. Iets wat hij met satanisch genoegen doet. Het andere deel van Bevingrad slaat op Stalingrad, waar het Rode Leger van de Russen in ’42-’43 de nazi’s wist te verslaan, daarbij de stad als vesting gebruikend.
De Britse machthebbers staan in die dagen strak van de spanning en alertheid. Ze houden continu rekening met een aanslag of wraakactie. Zeker nu met de ter dood veroordeling van Barazani, die het nieuws beheerst en voor de nodige onrust zorgt.

Zonder problemen komt het zwaar bewaakte konvooi uiteindelijk aan. De plek waarvan Barazani een ding zeker weet: hier zal hij sterven. De gevangenisdeuren slaan achter hem dicht. In één klap zijn de geluiden van de buitenwereld verdwenen. Hier hoort hij alleen voetstappen, stemmen van gevangenen en cipiers en het gepiep van traliedeuren. In de lange gangen ziet hij de cellen, rijkelijk gevuld met vooral Palestijns Arabische gevangenen. Moord, verkrachting, mishandeling zijn ook dan al hun kernactiviteiten. Ze zitten in grote groepen achter de tralies.

De Britten brengen Barazani naar cel 31. Een week later volgt de overplaatsing naar cel 18 waar meer Lehi-gevangenen opgesloten zitten. Niet lang daarna is contact met anderen niet meer mogelijk. Dat is althans de bedoeling van de Britten. Ze plaatsen hem in een isolatie-cel, gescheiden van alle andere gevangenen. Het is een standaard procedure binnen de gevangenis. Barazani loopt dan al rond in een rode overall, als teken dat zijn leven er bijna op zit.
De eerste persoon van buiten de gevangenis die hem bezoekt is Rabbijn Aryeh Levin. In de loop van de tijd is hij uitgegroeid tot de Vader van de Gevangenen. Tussen de twee is er direct een klik. Rav’ Aryeh laat zijn tranen de vrije loop als hij Barazani aanhoort: zoveel onverzettelijkheid en opofferingsgezindheid om de Britten te verdrijven. Ze voeren lange gesprekken over het geloof. Voor Barazani een vertrouwd gespreksonderwerp. Hij werd geboren in Irak in een familie met de nodige rabbijnen. Als geen ander weet Rav Aryeh gevangenen moed in te praten. Na het gesprek moet hij met pijn in zijn hart Barazani achterlaten in zijn dodencel. Alleen.

Dat verandert een paar weken later als Meir Feinstein wordt binnengebracht. Hij heeft bij de aanslag op de First Station zijn linker arm verloren en hij heeft dus de nodige assistentie nodig. Hij vraagt de Britten of hij de cel mag delen met ene Moshe Barazani, zodat deze hem kan helpen met zijn handicap. De Britten gaan akkoord, waarna de twee elkaar voor het eerst ontmoeten.
Het is het begin van een legendarische vriendschap. Moshe helpt Meir waar hij maar kan. Tijdens gesprekken merken ze dat ze amper van elkaar verschillen. Beiden weten dat de galg nadert en dat nog maar kort te leven hebben. Iets wat na de veroordeling onvermijdelijk is geworden, maar om zonder slag of stoot hun hoofden in de stroppen te doen onder toeziend oog van de zelfgenoegzame Britten, stuit tegen hun onverzettelijke principes. Het is tijd voor het netwerk van gevangenen om in actie te komen.

Af en toe is er wel ‘klassieke’ communicatie met de mede-gevangenen, ook al zijn de twee geheel en al afgezonderd van de rest. Na terugkomst van de douches krijgen ze boodschappen doorgeroepen van andere gedetineerden. Het moet echter verfijnder, want het luid doorgeven geheime signalen is niet handig, laat staan effectief.

In de gevangenis zijn er een ingenieuze communicatie-kanalen met andere Lehi gevangenen. Kanalen die al voor de komst van het tweetal meer en meer vorm begonnen te krijgen. Gevangenen schreven hun berichten op velletjes dun wc-papier. Daarna werd de brieven stevig in rubber opgerold tot een rolletje en stevig vast gebonden vervolgens in een stuk vlees geduwd dat in de soep zat. Tijdens het verblijf van Barazani en Feinstein komt daar de banaan bij.

Tijdens de periode van zijn proces heeft Barazani de nodige contacten gelegd om te zorgen dat er tijdens zijn verblijf in de cel de communicatie door kan gaan. Hij kent dan al de mogelijkheden van de bananen. Aan de binnenkant verstopt Barazani zijn boodschappen in smalle stoken papier. De banaan maakte hij daarna weer netjes dicht om geen Britse argwaan aan te wakkeren. In de keuken, waar de nodige Lehi-gevangenen te werk zijn gesteld leest men de boodschap. In de retourbanaan verstoppen zijn hun berichten.
Ondertussen blijft Rav’ Aryeh als Father of the Prisoners de dodencel bezoeken. Daar treft hij naast Barazani nu dus ook Feinstein. Hij kent Feinstein maar al te goed. Hij en zijn vader waren studenten aan de Etz Chaim-Torah school in Jeruzalem. Rav’ Aryeh bewondert hun spirit, ondanks dat hun jonge leven nog maar even duurt. De Britten snappen er helemaal niets van als ze de drie mannen op hun gemakje zien kletsen. Dat kan toch niet als je weet dat de executies via de strop aanstaande zijn? Het is niet voor het laatst dat men zich geen raad weet met hun opgewekte reacties.
Echter, wat er echt aanstaande is weten de Britten dan nog niet. Door middel van de bananencommunicatie is de opdracht gegeven om de regie van het dodelijke eindspel bij de Britten weg te halen. Een mede-gevangene gaat aan het werk om drie geïmproviseerde handgranaten te maken. Dat is op zich niet de moeilijkste klus. De vraag is vooral hoe deze granaten bij Barazani en Feinstein te krijgen. De hypernerveuze Britten zijn immers alert op de kleinste details die afwijken van het normale patroon. De aanblik van handgranaten in hun cel zal de Britse gemoedstoestand zeker niet vergroten.

Barazani had al voor zijn definitieve tocht naar de Central Prison een plan uitgedokterd. Een plan dat, gezien de complexiteit en gevoeligheid, goedkeuring kreeg van Menachem Begin, de leider van de Lehi. Met de actie zijn nogal wat ‘bonuspunten’ te verdienen als de twee zich zouden opblazen. De dodelijke ceremonie van de ophangingen wordt namelijk altijd bijgewoond door hoge figuren binnen het Britse militaire bestuur. Ongetwijfeld zouden ook zij om het leven komen, dan wel zwaar gewond de bijeenkomst beëindigen. Na Barazani en Begin geeft als laatste ook Feinstein zijn fiat voor deze risicovolle oorlogsdaad binnen gevangenismuren.

Wat ze op dat moment niet weten dat de grootste problemen nog gaan volgen, waarbij het tweetal uiteindelijk het oorspronkelijke plan op dramatische wijze moet opgeven. In de volgende blog de opmaat naar het heroïsche einde van hun levens.
Dankjewel weer voor dit goed geschreven blog. Het zijn spannende tijden . Je houdt je hart vast voor wat er is gebeurd en wat er nog komen gaat.
Ook het relaas over Feinstein en Barazani geeft uitstekend weer hoe het er in die tijd aan toeging.
Hopelijk snel weer een vervolg blog en dan een blog waarin we mogen en kunnen juichen over bevrijdde gijzelaars.
Dank je wel Henriette. De volgende blog zal spoedig volgen, hoe dan ook. Qua gijzelaars zou het geweldig zijn, maar lees net dat er 21 lichamen zijn gevonden :-(
Een knappe en levendige reconstructie van hun levens, dat na de heftige gebeurtenissen van 7 oktober. Heel herkenbaar die eerste ontsteltenis en de berichtgeving overal vandaan behalve uit Nederland.
Dank je Anneriek. Het zijn en blijven onwerkelijke tijden.