Het besluit van Feinstein en Barazani om à la Samson uit het Bijbelse verhaal tezamen met de Britten ten onder te gaan is dan wel genomen, maar dat wil niet zeggen dat het simpel ten uitvoer te brengen valt. Er doemen nogal wat praktische problemen op die zeer snel opgelost moeten worden. Veel tijd rest hen namelijk niet meer. Behalve hoe de granaten bij hen te krijgen, moet ook snel duidelijk worden hoe de granaten te ontsteken in gezelschap van bewapende Britten. En vooral: hoe maak je de granaten ‘onzichtbaar’ voor de Britten? Gelukkig zijn het vragen waar door andere Lehi-gevangenen al goed over is nagedacht.
Het idee speelt namelijk al langer om een manier te vinden om de Britten naast te vernederen en te doden ook te laten zien dat Joden de meesters zijn van hun lot en níet de bezetter. Het plan was eigenlijk bedoeld voor vier gevangenen die eerder in de Central Prison zaten. Echter, nog voordat de granaten bij de gevangenen arriveerden, werden ze overgeplaatst naar de gevangenis in het Arabisch getinte Akko om daar ter dood gebracht te worden. De Britten zagen nogal wat problemen opdoemen bij executie in Jeruzalem, een stad die ietwat gevoelig lag/ ligt bij de Joden. Het is nu dus zaak om de granaten uiteindelijk bij Feinstein en Barazani te krijgen. Eerst moeten de granaten nog ontworpen en in elkaar gezet worden.
Een van ontwerpers werkt in de technische ruimte van de gevangenis. Wat hij bedenkt, maken zijn handen. Na de goedkeuring van alle betrokkenen gaat de Lehi-techneut gaat aan de slag om de granaten samen te stellen, vaak met metaal- en glasresten die hij opscharrelt in de werkruimte van onder meer de slotenmaker. Zonder grote problemen knutselt hij de granaten in elkaar. Mooi. Maar hoe nu verder?
Die simpele vraag is beduidend moeilijker te beantwoorden: Hoe krijg je de granaten bij Barazani en Feinstein, zonder dat de Britten ook maar iets door krijgen. Terwijl er weer wat discussie-berichten worden verzonden via de ‘bananenpost’ valt zijn oog op ander fruit: sinaasappels. Hij ziet meteen voor zich wat er gedaan moet worden. Ze lijken de beste manier om de explosieven in te vervoeren.
Stukje bij beetje holt hij de drie vruchten uit, daarbij de schil maximaal in tact latend. Hij plaatst de explosieven en stukjes metaal en glas voorzichtig in de drie sinaasappels. Alles lijkt goed te gaan. Als een eindstap sluit hij de sinaasappels met dunne, houten tandenstokers die hij uit een tafelpoot heeft gesneden. Met een spijker slaat hij de stokers erin zodat ze van buitenaf niet zichtbaar zijn. Dat hoopt hij althans. Het is daarom nu de beurt aan een mede-gevangene om te raden welke sinaasappel een granaat bevat en welke niet. De man ziet geen enkel verschil.
Zelf bewaart hij een vrucht om te zien hoe deze zich in de loop van de tijd houdt. Mocht het verval te snel intreden, dan zou dat de plannen van Barazani en Feinstein prijs geven. Ondertussen denkt hij na over eventuele alternatieven indien de sinaasappels in elkaar zouden zakken. Erg lang hoeft hij er niet over na te denken.
Kort nadat de twee vruchten, heel naturel gelegen tussen ander fruit, veilig bij het duo arriveren komt het finale bericht: Op 21 april 1947 zullen de executies om 4 uur in de ochtend plaatshebben. Het is op dat moment 20 april, 18.00 uur.
Een aantal Britten gaat direct naar het huisje van Rav’ Aryeh Levin in de wijk Mishkenot Yisrael. Ze gaan hem vragen om direct met hen mee te gaan naar de Central Prison om gezamenlijk met de ter dood veroordeelden de laatste gebeden te doen. De Britten weten ook wel dat Rav’ Aryeh positief zal reageren op hun verzoek. Ze kennen zijn geroemde reputatie: Hij heeft immers in de 20 jaar dat hij in de gevangenis actief is nooit verzaakt. Hittegolven, stortregens, aanslagen, ziekte, terreur, uitgaansverboden of sneeuw; altijd kwam hij om gevangenen steun en troost te geven.
Tot totale verbijstering vertelt Rav’ Aryeh hen dat hij niet mee zal komen. Hij vertelt hen dat hij te verzwakt is en amper een pas kan verzetten. Een tocht naar de gevangenis zou hij niet trekken. Wat ook meespeelt is hij door het bericht van de aanstaande executies er helemaal doorheen zit. Hij moet namelijk vaststellen dat al zijn pogingen om Barazani en Feinstein te sparen voor niets zijn geweest.
De Britten weten maar al te goed dat het geen enkele zin om Rav’ Aryeh te overtuigen om tóch mee te gaan richting gevangenis. De rabbijn laat zich immers nooit op andere gedachten brengen. Dus druipen de Britten af, terwijl de klokt verder tikt. Het antwoord van de rabbijn blijkt echter maar een deel van het verhaal.
Wat de Britten niet weten is dat Rav’ Aryeh eerder bezoek heeft gehad van een regionale commandant van de Irgun, die andere verzetsgroep waar Feinstein deel van uit maakt. De man vertelt hem over het grote plan dat door Rav’ Aryeh’s goede vriend Menachem Begin goed was gekeurd. Hij vertelt de rabbijn dat de twee zichzelf gaan opblazen vlak voor de ophanging. Of hij via even een knikje of ander gebaar zijn toestemming wil geven voor deze actie. De commandant snapt dat Rav’ Aryeh dat niet hardop kan zeggen, vandaar deze non-verbale akkoordverklaring.
Terwijl de man praat begint het te spoken in het hoofd van de rabbijn. ‘Moet ik toestemming geven voor zelfmoord? Zelfmoord!’ Hij kijkt de Irgun-commandant strak aan. Met verstokte stem vraagt hij: “Hoe kun je dit nou van mij vragen? We hebben onszelf niet het leven gegeven en we mogen het zelf ook niet beëindigen!” Met tranen in zijn ogen maakt hij de commandant duidelijk dat hij geen toestemming wil, mag of kan geven. Zelfmoord is nooit goed te keuren. “Geen enkele rabbijn zal dat ooit doen”.
Kortom, exit Rav’ Aryeh Levin. Exit Irgun-commandant. Exit Britse bezoekers. Wat nu? Geen rabbinale ondersteuning is het laatste waar de Britten op zitten te wachten. Eerder namelijk hadden de Britten in Akko executies uitgevoerd zonder een rabbijn daarbij uit te nodigen voor de laatste gebeden. Dit leidde tot enorme (inter)nationale protesten. Dat willen ze niet nog een keer laten gebeuren. Het straalt anders zo negatief af op het Britse blazoen. Dat de executies mogelijkerwijs ook negatief zouden kunnen afstralen komt niet in hen op.
Daarom gaan de Britten direct op zoek naar een vervanger voor Rav’ Aryeh Levin. Ze richten zich tot Rav’ Yaakov Goldman, de officiële rabbijn van de Jewish National Council in Palestina. Tot grote Britse opluchting gaat hij wel in op hun verzoek. Direct reist hij af naar de dodencel. Onderweg voelt hij de verantwoordelijkheid die zwaar op zijn schouders rust: “G’d, ik kan hun aanstaande dood niet voorkomen, maar geef mij de beste woorden om hen te kunnen troosten.” Rond 20.00 uur ontmoet hij voor het eerst Barazani en Feinstein.
Tot zijn verbazing zijn de twee in goede stemming. Kalm en vooral uitgelaten zingen ze de hymne Adon Olam. Ze zijn blij dat hij is gekomen. Al snel raken ze in gesprek. Een diep gesprek. Hij vraagt het duo wat hun boodschap is voor het volk van Israël. Hun reactie is bitter: “Wij zijn geen moordenaars!. We laten geen buitenlands bloed vloeien. Het enige wat we willen is dat het vloeien van Joods bloed stopt. Daarom hebben we gedaan wat we gedaan hebben. Dat was ons enige doel.” In de gesprekken merkt de rabbijn dat het eigenlijk de twee jongemannen zijn die hem proberen op te beuren, in plaats van andersom.
Even later verlaten rabbijn Goldman, Barazani, Feinstein en de Britse bewaker Goodwin de dodencel om naar een andere ruimte te gaan om verder te praten. Opeens vraagt Feinstein aan Goldman: “Hoe zit het met zelfmoord? Is dat toegestaan?” Goldman, onwetend van hun zelfmoord-plannen, geeft een antwoord met verwijzingen naar de joodse geschiedenis, waar de twee indirect opmaken dat zelfmoord niet altijd verboden is: “Soms is de dood belangrijker dan het leven.”
Barazani wil graag weten wanneer het laatste gebed uitgesproken gaat worden. Goldman: “Maken jullie je maar geen zorgen. Ik zal dichtbij jullie zijn en ik zal jullie vergezellen morgenochtend om 4 uur bij de executie.”
Dat is nou net even niet het antwoord dat ze willen horen. Het antwoord levert hen juist extra zorgen op. Zichzelf opblazen, en daarmee Britse militairen meenemen in hun dood, is hun doel. In aanwezigheid van Goldman wordt dat een stuk lastiger. Ronduit onmogelijk. Ook hij zal dan mee de lucht in gaan. Echter, Goldman van hun zelfmoordplannen vertellen gaat niet. Hij zal er ongetwijfeld alles aan doen om het idee uit hun hoofd te praten en desnoods hun plannen dwarsbomen. Maar ja, de rabbijn mee de dood in jagen kan al helemaal niet.
Ze proberen hem op andere gedachten te brengen. Ze adviseren hem lekker naar huis te gaan, want het is inmiddels al aardig laat. Geen enkel ‘argument’ doet de rabbijn vermurwen. Integendeel: “Ik zal bij jullie executie zijn. Ik wil gewoon dat het laatste beeld wat jullie zien dat van een lieftallige broer is en niet dat van de beulen. Jullie zien me morgenochtend!” Gezamenlijk zingen ze het Hatikvah, het latere volkslied van Israel. Het lijkt alsof het lied uit hun tenen komt. Vol vuur en passie. Tot slot stelt hij voor om voordat ze gaan slapen, conform de traditie, het Adon Olam (Lord of the Universe) op te zeggen: “Laat ons het gebed reciteren voordat jullie terugkeren naar de dodencel.”
Barazani ziet dat niet echt zitten: “Waarom het gebed opzeggen? Laten we het zingen!!!” De drie staan op en zingen uit de volle borst Adon Olam. Thomas Goodwin, de Britse bewaker met wie Barazani en Feinstein een prima relatie hebben, weet niet wat hij ziet en vooral hoort. Iedereen is zo enorm uitgelaten en men zingt met een enorme passie, zo kort voor de executies. Na afloop spreekt de Brit zijn verbazing uit, waarop de rabbijn droogjes opmerkt: “Dat kunnen alleen mensen met een schoon geweten.”
Rond 23.00 uur neemt rabbijn Goldman afscheid van Barazani en Feinstein. Hij geeft ze nog een paar lucifers voor hun laatste sigaretten. Met de twee terug in hun dodencel gaat Goldman op weg naar de uitgang van de gevangenis. Door de lange gangen hoort hij ze uit volle borst zingen. “”When I sleep, and I awake, and with my spirit, my body, The Lord is with me, I will not fear.” Morgenochtend zal hij hen nog één keer zien.
Ondertussen vragen ze aan hun bewaker Thomas Goodwin (die ze de bijnaam ‘the good jailer’ geven) om hen even alleen te laten, zodat ze gezamenlijk de laatste sigaretten kunnen roken. Goodwin laat hen alleen en gaat naar een andere ruimte met de bijbel waarin Feinstein een persoonlijke boodschap van vriendschap voor hem heeft geschreven:
“In the shadow of the gallows, 21.4.47. To the British soldier as you stand guard. Before we go to the gallows, accept this Bible as a souvenir and remember that we stood in dignity. It is better to die with a weapon in your hands than to live with hands raised. Meir Feinstein”.
De twee zijn eindelijk weer samen. Nog even.
Langzaam keert de stilte terug in de gevangenis. Om 23.40 uur doorbreekt een enorme knal deze stilte. De muren trillen en de echo perst zich door alle gangen van de Central Prison. De explosie komt uit de dodencel. Daar hebben Moshe Barazani en Meir Feinstein de twee granaten tussen hun harten geplaatst. Terwijl Barazani een granaat vasthoudt, zorgde Feinstein voor de ontsteking. Bij de explosie gaat ook de andere granaat af. De twee zijn op slag dood, daarbij de levens van Rabbijn Yaakov Goldman en Sergeant Thomas Goodwin besparend.
*******************
In de dagen en decennia die volgen:
De dag na hun dood is de begrafenis onder leiding van opperrabbijn Herzog; opa van de huidige president van Israel. Opnieuw sidderen de Britten van angst, want ondanks het uitgaansverbod is men bang voor rellen of vergelding. Daarom mag er slechts een beperkt aantal mensen aanwezig zijn bij de begrafenis. De plechtigheid heeft plaats op De Olijfberg. De graven krijgen de meest prominente plaats denkbaar; uitkijkend op de Tempelberg. Aanwezig zijn de verloofde van Meir Feinstein (Rachel Kramer) en, wellicht opmerkelijk na zijn afkeuring van de zelfmoord, Rav’ Aryeh Levin. Bij hun graven reciteert hij de psalm die toevallig op deze gelezen dient te worden: “Verschijn nu blinkend, G’d der wrake”. Het is een duidelijke boodschap aan de aanwezige Britse militairen dat zij hun straf niet zullen ontlopen. Met een lege, onwetende blik in hun ogen horen ze de rabbijn aan, zonder ook maar één woord te verstaan.
Tegen het eind van Aryeh’s leven blikt hij terug op het feit dat hij geen toestemming aan de Irgun-commandant gaf voor de zelfmoord en zijn aanwezigheid op de begrafenis van de twee: Nadat hij op de avond voor hun dood de Britse officieren vriendelijk de deur heeft gewezen, heeft Rav’ Aryeh het zwaar: “Ik kon echt geen toestemming geven… Maar de hele nacht lag ik wakker. In de ochtend, toen het uitgaansverbod al actief was, kwamen Britse officieren en ze nodigden me uit om deel te nemen aan de begrafenis van deze twee heilige, moedige mannen. Daar op de begraafplaats van de Olijfberg liet ik mijn emoties spreken voor hen. Ik erkende volledig hun waarde, hun moed en hun strijd voor een hoger doel. In mijn lofrede gaf ik hen alle bewondering die ze verdienden.”
In 1948 verliest de jonge staat Israel tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog het Joodse gedeelte van Jeruzalem, waaronder de Olijfberg. De Jordaanse bezetter verwoest de graven, waaronder die van Feinstein en Barazani.
Tot 1967 bestaan de graven uit niets meer dan kapot geslagen stenen, als onderdeel van het Grote Plan van de Jordaniërs om de Joodse geschiedenis van Jeruzalem volledig uit te wissen. Dit verandert radicaal na de Zesdaagse Oorlog wanneer Jordanië tot op het bot wordt vernederd. Jeruzalem wordt herenigd onder Israëlische vlag en de Joodse begraafplaats op de Olijfberg wordt stap voor stap in ere hersteld. Enige jaren later krijgen Barazani en Feinstein een militaire begrafenis, nadat Lehi en Irgun als militaire groeperingen zijn erkend.
In 1992 merkt oud-premier, oud-Nobelprijs voor de Vrede-winnaar en oud-Irgun-leider Menachem Begin dat zijn einde nadert. Hij heeft echter nog een laatste wens, die hij jaren eerder heeft opgetekend. Het is een kort bericht aan zijn trouwe steun en toeverlaat door alle strijdbare decennia heen, Yehiel Kadishai:
“My dear Yehiel. When the day comes, I request you to read to my dear ones, to my friends and comrades, this request: I ask to be buried on the Mount of Olives next to Meir Feinstein and Moshe Barazani. I thank you and all those who will carry out my request. With love, Menachem”
Erg indrukwekkend zo vanuit de gebeurtenissen van toen beschreven, maar het lijken mensen van nu, nog altijd in ons hart.
Ja, eigenlijk amper te bevatten hoe ze hun rug recht hebben weten te houden, beseffende wat aanstaande was.
Wat een moedige mannen, hun nagedachtenis is voor altijd een zegen! ❤️
Absoluut!