Onafhankelijkheidsdag 2023 in Jeruzalem:
Israel bestaat 75 jaar en dat wordt vandaag gevierd. Uitbundig en onbevangen. Het Sacher Park anno 2023, tussen ‘onze’ Nachlaot en de Knesset (parlement) en het Hooggerechtshof, is aangenaam gevuld met mensen. Op deze vrije dag trekken gezinnen er massaal op. Tussen de grote borden “Verboden te barbecuen” staan overal barbecues waar kilo’s vlees op liggen. Tussen de rookwalmen door spelen kinderen, zingen jongeren en trappen vader en zoon een balletje. De eettentjes en foodtrucks doen prima zaken. Af en toe overstijgt het plotseling opdoemende krijsende geluid van laag overvliegende straaljagers elke stem. Dreiging? Totaal niet.
Tevreden en trots kijkt men omhoog. De Israëlische luchtmacht, de sterkste in de regio, toont op deze dag namelijk wat men in huis heeft. En dat is heel veel. Als de straaljagers uit het zicht zijn richt alle aandacht zich weer op het vlees.
De aanblik over het enorme park is er één van vol harmonie, vrede en rust. Op zich best wel bijzonder, zo’n soort gevoel van eeuwige vrede in dit land met zijn geschiedenis van oorlog, aanslagen en noem maar op. Wat ik deze vrolijke dag zie en hoor is een plaatje van perfectie. Aan de andere kant besef ik direct wel dat dit een naïeve gedachte is, want een ‘eeuwige’ vrede bestaat niet en zal nooit zal bestaan. Sterker nog mág niet bestaan, want zoveel partijen zijn gebaat bij oorlog, vernietiging en leed.
Het pijnlijk punt van perfectie is dat het nooit beter kan worden. Het kan eigenlijk allen maar minder/ slechter worden. Ondanks alle prikkels van het tegendeel die ik hier voor me zie. Het klinkt wellicht vreemd, maar op zulke momenten denk ik vaak: ‘Dit is zo’n perfecte sfeer. Alles klopt. Kan dit wel goed blijven gaan?’. Zo ook nu. Niet dat ik daar ter plekke een antwoord op weet. Iets als de Yom Kippur-Oorlog lijkt niet meer mogelijk. Israel zal zich nooit meer laten verrassen zoals in 1973. In oktober 2023 is dat precies 50 jaar geleden. Er is inmiddels vrede met de oude vijanden Egypte en Jordanië, althans op regeringsniveau. Natuurlijk is daar Hamas in Gaza, maar veel meer dan regelmatig raketten richting Israëlische burgerdoelen afvuren komen ze niet. Het is bijna een dagelijks ritueel.
De Iron Dome haalt ze uit de lucht en de inlichtingendiensten houden alles en iedereen daar in de gaten. Nog voordat ze snode plannen hebben ontwikkeld, zijn die diensten al op de hoogte. Bovendien is de IDF zo scherp dat Hamas geen enkele kans maakt. Het hek rond Gaza ontgaat niets. En de tunnels van Gaza naar Zuid Israel zijn opgeblazen. Natuurlijk is daar altijd Iran op de achtergrond, maar dat ligt ver weg en de luchtmacht weer daar vast wel raad mee.
Nee, Israel heeft het echt mooi voor elkaar. Ik kan me niets bedenken op militair gebied wat mis kan gaan. OK, politiek gezien gaat het hier meer en meer de foute kant op. Eén kant wil de macht weghalen bij de volksvertegenwoordiging en die macht overdragen aan een groepje ongekozen rechters. De andere kant is daar absoluut op tegen. De verdeeldheid is enorm. Maar dat is van een andere orde. En ach, de dag dat Israëliërs het met elkaar eens zullen zijn zal, net als de eeuwige vrede, nooit aanbreken. Hier doet men niet aan eindeloos doorpolderen en verschillen van mening is niet eng of fout.
Aan de rand van het park trekt een geluidswagen voorbij met de oproep om later te komen demonstreren tegen de overdracht van macht aan die rechters. In Tel Aviv gebeurt regelmatig hetzelfde, maar dan om te demonstreren vóór die overdracht. Veel aandacht trekt deze wagen niet. De primaire zorg ligt nu bij het vlees dat niet mag aanbranden.
De overheersende gevoelens van harmonie, vrede en dat Israel alles onder controle heeft, lees ik later ook terug in een getuigenis van een bezoeker van het Nova-muziekfestival bij het zien van de opkomende zon, in de woestijn bij Gaza. Minuten voor de massa-slachting.
Simchat Torah 2023 in Jeruzalem:
Begin oktober zijn Anat en David een weekje in Jeruzalem. Onder meer om Simchat Torah mee te maken. De dag dat men onder meer het bestaan viert van de Torah. In en rond de synagoges maakt men dan een vreugde-dansje met de Torah rollen. In 2023 valt die dag op 7 oktober. Het is een traditioneel onderdeel van dit vrolijke feest.
Tot een feest komt het die dag niet. Om 6.30 uur in de ochtend blijken alle zekerheden, van alleswetende veilingdiensten, de onoverwinnelijke IDF en sublieme techniek, papieren tijgers. Zelf niet geheel op de hoogte van wat er in het zuiden speelt, merken ze wel dat er iets gaande is. Op een dag als deze is normaliter geen verkeer en zijn de mobieltjes uitgezet. Het nieuws dringt daarom lange tijd niet door. Echter gaandeweg de dag zien ze steeds meer jonge mannen in de auto springen en hard wegrijden. Sommigen in burger, anderen in militaire outfit. Anderen voeren telefoongesprekken. Een ongekend iets in deze religieuze omgeving. Als niet veel later straaljagers continu overvliegen en in de verte zware explosies te horen zijn, dringt steeds verder door dat er echt iets serieus gaande is. Dat blijkt achteraf een gruwelijk understatement.
Anat en David wandelen op zondag 8 oktober door een ‘ontzield’ Jeruzalem. Ze zien en horen vooral boze, machteloze, verdoofde mensen. Hoe heeft het kunnen gebeuren? Waar bleef het leger al die uren? De berichten en ook beelden komen binnen over een oplopend dodental, gruwelijke martelingen en verkrachtingen en over tientallen gijzelingen. Jeruzalem ligt er knock-out bij.
Via de schuilkelders van het vliegveld keren ze terug naar het altijd veilige Nederland…..
Simchat Torah 2024 in Jeruzalem:
Dat we weer naar Jeruzalem gaan is een vaststaand feit. De vraag is alleen: Wanneer? Zelf heb ik een voorkeur voor 7 oktober. Niet bepaald een lichtvoetige datum om dan in Israel te zijn, maar ik wil de herdenkingen ondergaan. Anat heeft een andere voorkeur: Simchat Torah. In het openbare leven is daar meer van te merken. Het herdenken van 7 oktober zal vooral gepaard gaan met officiële plechtigheden. Die zullen er op Simchat Torah minder zijn. Bovendien is het is perfecte manier om de draad weer op te pakken. Ze weet me te overtuigen.
Zelf ben ik sowieso enorm benieuwd hoe de sfeer zal zijn. Mijn meest recente herinnering stamt immers uit mei vorig jaar. Toen een veilige toekomst nog zo rooskleurig leek. Bijna vanzelfsprekend….
Mijn eerste indrukken van Jeruzalem anno nu, verbazen me nogal. Verwarren is wellicht een beter woord. Het zijn de laatste dagen van het Soekot-feest. In 2019 was ik daar ook bij en het toonde vooral aan dat Israëliërs heel goed een aanstekelijk feestje weten te bouwen, met overal dans en muziek. Nu is het land zwaar gewond en in oorlog, maar ook nu komt de muziek overal vandaan en viert men feest. Tot diep in de nacht. Ja, verwarring is een beter woord dan verbazen.
Regelmatig komt een soort mobiele disco voorbij met speakers op het dak die maximaal staan. Er wordt massaal meegezongen en meegedanst met ultra religieuzen die midden op straat de auto zetten. En het gaat maar door. Uur na uur. Onvermoeibaar. Ik hoor het aan met een glimlach op mijn gezicht: ‘Mooi, de spirit is er nog steeds en men viert hier het leven, in tegenstelling tot alle buren hier in de regio. Die komen vooral naar buiten om een massaslachting te vieren.
De eerste dag gaan we de markt Mahane Yehuda, op slechts 1 minuut lopen afstand. Ook daar is de sfeer vertrouwd. Dat dringt duidelijk door, zelfs tot onze zwaar verkouden hoofden. Iedereen lijkt bezig met eten in te slaan voor de Sukkot-maaltijd en overal klinkt muziek. Opgewekte muziek met een hoge sing-along factor. Ik krijg wel af en toe het idee dat het algemene volume op de markt wat lager ligt. Alsof er een soort van zachte demper over ligt. Dat idee kan ook inbeelding, omdat ik bewust op zoek ben naar de verschillen. Dat krijg je als regelmatig in Jeruzalem bent. Maar een nietsvermoedende bezoeker die voor het eerst op de markt komt zal denken: ‘wat een uitgelaten feestelijke toestand hier.’
Eenmaal terug in het huisje hebben we het met elkaar over. “Het valt me op dat, ondanks de situatie het leven toch op een vrolijke manier verder gaat. Best wel opmerkelijk”. Anat hoort mijn opmerking aan en na een korte stilte zegt ze, op een bijna terloopse manier: “Ja, dat klopt op zich wel, maar die ‘vreugde’ bereikt hun ogen niet.”
Een dag later kan ik alleen maar constateren dat ze gelijk heeft. De lach is er zeker en de lach is an sich echt en heel soms straalt deze door naar de ogen, maar direct na dit pleziermoment is de lach in de ogen weer gedoofd. Alsof het pijnlijke besef weer extra doordringt.
Als we op de markt staan te praten met een verkoper over fotografie, dan stralen zijn ogen en rollen de verhalen en de foto-tips eruit. Vol terechte trots toont hij de foto’s die hij dagelijks maakt op de markt. Dan komt 7 oktober ter sprake en de lach is in een keer weggevaagd. Hij komt vrijwel niet meer uit zijn woorden als hij zwaar stotterend vertelt dat hij zijn broer en een goede vriend heeft verloren door de oorlog. Maar, zo geeft hij aan, hij is heel blij dat wij vanuit Nederland zijn gekomen om tóch Israel te bezoeken. Dat steunt hem. Meerdere mensen zeggen dat deze weken tegen Anat.
Hangt er dan continu een droefgeestige stemming over de stad? Nee, dat zeker niet. Verwarrend? Ja, dat is het zeker wel. Op een middag lopen we vast in een behoorlijke menigte. Men zingt mee, en nogal wat mensen houden hun mobieltjes in de lucht. Het duurt even voordat ik de bron van al die aandacht kan ontwaren, maar het blijkt een kinderkoor te zijn van knulletjes van een jaar of tien. Ze zijn ogen wat timide, maar ze hebben gouden keeltjes. De grote blikvanger is echter een wat ouder knulletje van minimaal 100 jaar jong. Hij danst er zeer soepel op los en weet het publiek op te zwepen. Ook de gozertjes zelf doen hun danspasjes, maar net even wat houteriger en minder naturel dan hun animeer danser op leeftijd.
De sfeer is al met al behoorlijk uitgelaten. Alle remmen gaan volledig los als het koor ‘Od Yoter Tov’ inzetten. Een lied dat we in Jeruzalem ontelbare keren door de straten horen schallen, tot diep in de nacht. Het is onmogelijk om niet geraakt te worden door het vrolijke nummer dat uit volle overtuiging wordt gezongen. Dat de tekst een zware religieuze lading heeft boeit hier niemand in Israel. Ook rabbijnen en orthodoxen gaan los op dit nummer.
Het publiek lijkt op dit lied te wachten, want men zingt en danst direct massaal mee nadat de eerste tonen zijn ingezet. De vrolijkheid bereikt nu wèl een hoop ogen. De aanstekelijke oude knul gaat nu nog meer uit zijn dak en springt en danst onvermoeibaar mee. En dat alles tegen het decor vol posters van de gijzelaars. Logisch dat dan de lach weer vrij snel uit de ogen verdwijnt als het lied is afgelopen.
Jong en oud hebben een zwak voor dit nummer. Kort na de verkiezing van Donald Trump tot Amerikaans president komen we een man tegen. Het is duidelijk dat hij een uitgesproken Trump-fan, zoals velen hier in Jeruzalem. Uitgedost in een geel Trump-shirt en met een grote geplastificeerde foto van zijn held loopt hij naar ons toe. Hij heeft onze camera’s gezien. In adhd-tempo roept hij iets over Trump en dat hij blij is. Graag wil hij voor ons een lied zingen en vertelt opgewonden dat hij heeft opgetreden in de officiële video van de zanger Sasson Ifram Shaulov. Later, in het kader van check-dubbel check, zie ik hem inderdaad voorbij komen in de al vele miljoenen keren bekeken video.
Flink opgewonden neemt hij ons haastig mee naar een souvenir-winkel. Van achteruit de winkel sleurt een enorm speaker naar de ingang tevoorschijn, pakt een microfoon en zet zijn favoriete nummer begint op. Op orkaankracht schalt, voor de zoveelste keer, ‘Od Yoter Tov’ over de markt. Nu gezongen door de bovenstebeste man. Erg tekst-vast is hij niet, maar het refrein rolt er probleemloos uit, terwijl de eigenaresse van de zaak even wegloopt met een blik van ‘hier wil ik even niet bij horen’. Wij dus wel, in dit specifieke geval.
Af en toe lijkt die uitbundigheid op een soort ‘uitdrijving’ van de dagelijkse sombere realiteit van dreiging, onheilstijdingen en onzekerheid. Eenmaal thuis is er altijd de oorlog op alle tv-kanalen en op de smart phone verschijnen continu de raket alarmen vanuit heel Israel. Het lot van de gijzelaars ligt over alles heen. Op een gegeven moment legt dat ook bepaalde druk op mijn eigen stemming waar opgewektheid geen rol in speelt. Zeker op de Nationale Rouwdag op 27 oktober. Op de tv komen de hele dag de namen voorbij van de slachtoffers. De 1200 burgers en de, op dat moment 769 IDF-militairen.
Het beste is dan om even een luchtje te scheppen. Buiten is eigenlijk niets te merken van de rouwdag. Dit is vooral een officieel iets. Het is precies wat Anat al voor de vakantie zei: voor ons is zijn dit soort herdenkingen niet geschikt om te volgen. Behalve bij een tramhalte op Jaffa Street, vlakbij de markt, is een klein hoekje ingericht waar kaarsjes worden verkocht om mensen te herdenken.
“May the memory of the fallen be blessed.”
Op de markt zelf loopt iemand met de Israëlische vlag met daarin verheven het symbool voor de gijzelaars: de ‘yellow ribbon’. Anat vraagt waar ze die vlag vandaan heeft. Ze had deze gekregen van iemand die regelmatig naar de permanente demonstratie gaat bij de Knesset, het parlement. Dat klinkt interessant. Met die mededeling in het achterhoofd springen we in een taxi, richting de Knesset.
Onderweg merken we al snel dat de stad onder hoogspanning staart. Een colonne van zwarte suv’s en bmw’s stormt met zwaailichten richting op ons af. Ze hebben duidelijk 1 opdracht: niet stoppen!. Auto’s belanden in de berm of nemen voor het gemak een verkeerde afslag. De mannen in de geblindeerde auto’s met blanco kentekenplaten zijn niet de types om daar spelletjes mee te spelen.
Eenmaal bij de Knesset is de sfeer ook verre van ontspannen. Het voltallige kabinet en het parlement is daar bijeen en dus is de beveiliging hyper alert. Ik laat het hier wel uit mijn hoofd om een foto te maken. De spanning is tastbaar. Per ongeluk neemt de taxi chauffeur de verkeerde afslag, richting de Knesset. Er is geen weg terug meer, maar de bewaker is zo vriendelijk om ons te laten keren. Dichterbij het gebouw zie ik diverse linies bewaking, naast die bewaking die ik niet kan en mag zien…
Op korte afstand van het parlement laten we ons afzetten, tussen de protestborden. Het is opvallend rustig bij de demo. Uiteraard hangen overal posters van de gegijzelden. Terwijl Anat onderzoekt waar ze de vlaggen met gele strik kan vinden, loop ik een stukje verder. Aan het eind van de straat zie ik een enorme wandposter met allerlei kleine foto’s. Ik bekijk de beelden wat specifieker. Ik voel direct de rillingen over en door mijn rug gaan. Het zijn de gezichten van de 1200 doden die zijn afgeslacht door Hamas. Uiteraard kende ik die onwerkelijke aantallen, maar ‘oog in oog’ met al die slachtoffers, voelt dat duidelijk anders. Opeens krijgen die doden een gezicht. Ik voel me koud worden en ietwat wezenloos neem ik een paar foto’s. Veel verder kom ik niet. Dit is te overdonderend.
Ik ga uit zelfbescherming snel op zoek naar Anat, die inmiddels haar vlaggen heeft gevonden en, gratis, gekregen. Ze staat te praten met een vrouw die zo te zien de coördinator is vandaag. Na ruim een jaar weet de vrouw ook niet meer wat nou goed is of niet: “Of ik het beleid van premier Netanyahu moet steunen of niet. Ik weet het niet. Enig tijd terug wilde ik maar een ding: de gijzelaars terug! Maar ja, dat wil de premier ook. Dat wil iedereen. Het is zo verwarrend allemaal”. We stellen vast dat het wel erg stil is. “Ja, dat klopt. Maar we de gijzelaars niet vergeten en dat dreigt nu. Juist daarom is aandacht voor hun lot zo enorm belangrijk”, zegt ze ietwat verzuchtend. “En daarom is het zo fijn dat jullie vanuit Nederland hier zijn gekomen.”
Achter haar langs stappen drie mensen een ‘cel’ binnen. “Hier blijven ze twee uur zitten. Geblinddoekt. Ze mogen niet spreken en krijgen geen eten of drinken. Om heel even te ervaren hoe zoiets voelt.” Uiteraard puur symbolisch, want in Gaza kunnen de 100 gijzelaars alleen maar ‘dromen’ van zo’n cel. Na ruim een jaar zijn ‘leven’ ze nog steeds in de donkere, vochtige tunnels van Hamas. Àls ze nog leven.
Ik loop langs de cel en in eerste instantie heeft het wel iets beklemmends. Totdat ik achter de zogenaamde cel sta en zie dat men onder de blinddoeken op hun mobieltjes zit te lezen. Idem dito bij de vrouwen die langs te weg zitten met hun protestborden. Achter hun protestboodschap ligt mobieltje verscholen. Natuurlijk gebeurt dit alles met de allerbeste bedoelingen en ze zitten niemand in de weg en slopen de boel niet, zoals in Tel Aviv nogal eens gebeurt. Maar dit oogt toch vooral als een triest ogende ‘mission impossible’. De machteloosheid druipt er vanaf, hier onder de rook van de Knesset; het centrum van de macht.
Op de laatste dag duiken Anat en ik nog één keer de Nachlaot in. De finale Saluut tegen wil en dank. Sporen van ‘7 oktober’ zijn hier niet echt te vinden, behalve dan her en der ‘Bring Them Home’-stickers op lantaarnpalen. Een belangrijke uitzondering is in de wijk Sukat Shalom. Daar staat wat verlaten een soort monument of herinneringsteken aan de gijzelaars. Het bijzondere eraan is dat er een forse stapel kleding voor ligt. Deze symboliek ontgaat me (zoals wel vaker), maar op zich heeft het wel wat.
De symboliek die ik wèl snap is dat deze wijk die we afrondend bezoeken, Sukat Shalom, tevens de wijk is van de volgende blog, tezamen met het minstens zo kleine Batei Goral. Kortom, we pakken de blogdraad weer op.
De drie alarm-vrije weken hier in Jeruzalem zitten de erop: waar de oorlog en de gijzelaarscrisis altijd aanwezig waren, waar we midden in de nacht voor de tv zaten om de Israëlische aanval op Iran te volgen, met boven ons het geluid van de vele straaljagers. Tot grote vreugde van de Jeruzamelers kiezen de Amerikanen voor Trump; net zo ongelikt als Jeruzalem zelf. Drie weken die we afsluiten met dagenlang de pogroms in Amsterdam in het nieuws. Op de laatste dag worden dan ook nog geconfronteerd met het quasi betrokken snuitje van Moeder Overste Femke Halsema op alle Israëlische kanalen. Nederland staat er weer goed op.
De man in het restaurant van Ben Gurion Airport heeft nog een goedbedoeld advies, voordat we weer met intense tegenzin vertrekken richting Amsterdam: “Doen jullie alsjeblieft vreselijk voorzichtig daar!” Het is als een echo van drie weken eerder toen het net zo goedbedoelde advies was: “Doen jullie voorzichtig daar in Jeruzalem!”
O ja, tot slot: hoe hebben we uiteindelijk zelf Simchat Torah ervaren? Niet, want we waren alle drie ziek en hoorden buiten dat de sfeer prima was. Timing is en blijft een Kunst.
Het lijkt wel een ooggetuige verslag van de herdenking. Je neemt ons steeds verder Israël in.
Mooie gevoelige column met een traantje onder de oppervlakte en toch aan het eind een relativerende opmerking, knap verwoord.
Dank je wel. Inderdaad geprobeerd dat evenwicht te bewaren (en te bewaken).