Als het hologram van mijn virtuele achterkleinkind mij ooit zou vragen wat een kakofonie is, dan zal ik met hem in mijn imaginaire tijdmachine stappen en hem mee terug nemen naar het moment in het heden van oktober 2019. Daar, bovenaan Ben Yehuda Street, komt het geluid namelijk van alle kanten.
Welk vooraanstaand Denker, Filosoof of Waarnemer zei ooit: “Jeruzalem kent geen grijstinten of zachte overgangen, maar alleen zwart-wit”? Ik weet het even niet, maar op deze middag blijkt het grote gelijk van die Denker. Een kwartier geleden liepen we nog in de ultra orthodoxe wereld waar zwart-wit de dress-code is. Nu kijk ik om me heen en ik zie alleen maar vrolijke mensen. Ik zou er bijna orthodox-schichtig van worden. Overal klinkt wereldse muziek en links en rechts lopen mannen èn vrouwen in kleurige kleding voorbij met een schandalig lekkere shoarma of falafel. De terrasjes en restaurants zitten op deze oktober middag helemaal vol rond Jaffa Street en Ben Yehuda Street. Het is duidelijk dat vrijwel heel Israel vrij is en trek heeft in een puik prakkie.
De aanblik van mij met camera zorgen ervoor dat de jonge moeder direct ten aanval trekt. Ze zet haar welgemeende vuile blik verbaal kracht door “lo, lo” te krijsen. Op een manier zoals ze ongetwijfeld ook haar wolkjes van kinderen zal toespreken. Haar “nee, nee” geroep laat ik op me afketsen. Met een misprijzend handgebaar maak ik haar en de mede-moeder duidelijk dat ze het niet waard zijn om te fotograferen. Met een achteloos wegwerpgebaar zeg ik hen: ‘Jullie boeien me totaal niet’. Op het moment dat de bolle mij met haar bezeten blik volgt, doemt achter mij Anat op. Ze scharrelt zo’n twintig meter achter me en heeft niets meegekregen van mijn gezellige klik die ik met deze twee ambassadrices van Zichron Moshe heb.
Wat is dit nu opeens? Ik kan hier van alles verwachten, maar dit komt toch wel als een verrassing. We staan midden in Mea She’arim traditioneel stil bij ‘onze’ Used Jewish Books winkel. Bij gebrek aan iconische ijkpunten is dit voor ons het fysieke symbool voor deze ultra orthodoxe wijk. De wijk waar iedereen loopt te kletsen in het Jiddisch en soms Hebreeuws. Dat heeft als voordeel dat wij hardop in het Nederlands kunnen praten.
Ondertussen gaat de zoektocht voort. Chaim is ons nog steeds te vlug af. Onze onvermoeibare rabbijnen zetten opnieuw koers richting Chaim’s huis. Inmiddels is het aarde donker en de straten zijn nat en dus glad. Voor mij extra opletten want ik wil niet straks spartelend en luid vloekend onderuit gaan in deze ultra orthodoxe wijk. Zonder al te grote glijpartijen arriveren we bij het begin– annex eindpunt.
Met een enorme vlaggenstok in mijn broek kijk ik hoe een groep religieuze meisjes losgaat op Israel’s winnende Songfestival lied. “I’m not your toy! You stupid boy!”, krijsen ze in hun rokjes tot op de knie en met de jongens op grote afstand. Meteen bij ‘binnenkomst’ bij Jaffa Street maken leden van de organisatie namelijk duidelijk dat jongens en meisjes geacht worden het feest van Jeruzalemgescheiden te vieren.
Het afscheid nadert. Een afscheid dat al maandenlang in de agenda stond. Maar nu is het dan zover. Het is tijd geworden om Praag vaarwel te zeggen. De dag weet zich naadloos aan te sluiten op mijn stemming; droefgeestig en een wat zwaar gemoed. Weg is de zon en de intense warmte. De kleuren van Praag zijn flets geworden, de geestdrift lijkt uit de lucht. Buiten is het stil. Het regent en de lucht is grijs. Niet echt een ‘cheer up‘-gevoel dus.
Tot nu toe waren het vooral de Praagse toeristische lustoorden met hun eigen voorspelbare gang van zaken die centraal stonden. Op zich totaal en helemaal niks mis mee, maar mijn hartje gaat toch echt sneller kloppen wanneer ik blijmoedig geconfronteerd wordt met onverwachte momenten. Zo’n moment is op één van de laatste avonden, wanneer we op weg zijn naar een avondshootje op de Karelsbrug in hartje Praag. Na een minuutje lopen staat op straat een groep jongens in keurig gestreken, witte overhemden.
Het getrappel van massieve paardenhoefjes komt naderbij. In de koetsen zie ik achterover geslagen nekken van de reizigers, vaak gehinderd door oversized kleppetten of mondain bedoelde hoeden. Camera’s of slimme telefoon in de lucht en een plattegrond op schoot. Even verderop de vertrouwde plu’s van de zelfbenoemde groepsleiders. Kortom, welkom in een volgend toeristisch reservaat, genaamd Raadhuisplein in Praag.
Na het ‘ongeremd-toerisme-zonder-gene’ van de Karelsbrug en de Praagse Burcht moet de joodse wijk voor wat balans gaan zorgen. De wijk kent een flink aantal synagoges. Deze vallen allemaal onder het Joods Museum. Koop daar een kaartje en je krijgt toegang tot de diverse locaties. Dus ach, waarom niet een reeks van de synagoges bekijken voor een redelijke prijs. Je blijft immers Nederlander, niet waar? Wel waar! De eerste stop is de Spaanse Synagoge.